Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Paters & Nonnen

Gekleed in een dieprood gekleurd habijt (met daarover een blauw scapulier en dito mantel) leven de redemptoristinnen een leven van gebed en opoffering om zo gestalte te geven aan de verlossende Liefde van Jezus ('redemptio' is Latijn voor verlossing).

Die rode kleur staat dan ook symbool voor de eindeloze liefde van God voor de mensen, op grond waarvan Hij Zijn Zoon als mens en Verlosser naar de aarde heeft  gezonden.

Het kloosterleven van de zusters van de Ordo Sanctissimi Redemptoris ofwel de Orde van de Allerheiligste Verlosser, was gebaseerd op een strenge clausuur: ze leefden achter ‘slot’. Het contact met de buitenwereld verliep via speciaal daartoe aangestelde zusters die 'buitenmeisjes' werden genoemd. Die fungeerden als portierster en ontvingen gasten. Om de drie jaar wisselden de zusters van taak.

Zij leefden dus in een slotklooster en dit leven in afzondering, verborgen voor de wereld, was tot heil van diezelfde wereld. Deze levenswijze was bedacht door de Italiaanse Giulia Crostarosa (1696-1755) die als Zuster Maria Celesta van de Allerheiligste Zaligmaker aan de basis stond van deze congregatie. Zij begon in 1731 in Scala (Zuid-Italië) een klooster voor vrouwen waarvoor zij de regel opstelde, die weer was geïnspireerd door de regel van de H. Franciscus van Sales. De paus keurde in 1750 de constituties goed.

Moeder Maria Celesta overtuigde Alfonsus de Liguori (1696-1787) ervan een mannelijke tegenhanger voor haar congregatie op te richten, de Redemptoristen.

In 1851 vestigden de Redemptoristinnen zich ook in Nederland. Achtereenvolgens werden kloosters gesticht in Wittem (Limburg; 1851), Velp bij Grave (1858) en Sambeek (1874). De laatste redemptoristinnen in Nederland hebben zich teruggetrokken in het Kloosterverzorgingshuis St. Anna te Boxmeer.

In de twintigste eeuw breidde de orde zich over de vijf continenten uit. In 1937 telde de orde nog 27 kloosters en ongeveer 800 leden. Vanwege hun rode habijt werden de zusters in de volksmond ook wel de ‘rooie nonnen’ genoemd.

Foto’s
Giulia Crostarosa (1696-1755). Bron: Wikipedia.
Velp, redemptoristin in gebed, 1933. Bron: BHIC, fotonr. VEL0155.
Velp, handenarbeid bij de zusters redemptoristinnen, 1933. Bron: BHIC, fotonr. VEL0143

Bronnen
Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Website Klooster Lauterach.
Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960, lemma Redemptoristinnen.

1

Reacties (1)

Piet vrehen zei op 21 juni 2021 om 10:00 uur

Beste,
Het eerst een chapeau voor u opzet , goed om deze geschiedenis te bewaren.
Ik lees het met zeer grote interesse.
Nu ff dit, u schrift dat de laatste Redemtoristinnen in Nederland zich nog in Boxmeer bevinden.
Nu ik weet dat het klooster in Partij/Wittem zich nog enkele ( circa 10 )zusters bevinden.
Ik woon er in de buurt , en ga nog altijd ff naar hun gebed , in het verleden ben ik misdienaar hier geweest via het klooster Wittem ,waar nu nog enkele Redemtoristen huizen.
Het zijn idd slotzusters.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.