Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Kerkgang als emancipatoir probleem

Rooms prentenboek

Vroeger moesten vrouwen in Brabant die pas bevallen waren hun “kerkgang doen”. Ze moesten, nadat ze van de zwakten die het kraambed hen had toe gebracht voldoende hersteld waren, naar de kerk van hun parochie, hun geloofsgemeenschap binnen het rechtsgebied dat de bisschop hun had toegewezen.

Prentje voor een kerkgang (bron: collectie Rini de Groot)
Prentje voor een kerkgang (bron: collectie Rini de Groot)

Over de achtergronden van deze tocht is op BHIC veel geschreven, vooral onder de rubriek Wierook Wijwater en Worstenbrood. De waardering van deze liturgische folklore is nogal divers.

Veel vrouwen vertellen dat ze blij waren met deze plechtige inhaling in het gewijde kerkschip, omdat ze dankbaar waren dat ze de zwangerschap en de bevalling goed doorstaan hadden. Maar anderen stellen de achtergrond van de kerkgang aan de orde in emancipatoir perspectief. Ze stellen de vraag of de kerkgang eigenlijk niet een vernederende strekking had voor de vrouw zelf. Was het niet zo dat de zwangere eigenlijk werd behandeld als bezoedeld wezen. Dat genadig weer in de geloofsgemeenschap werd opgenomen?

De filosofische en ideologische achtergronden

Deze discussie is geconcentreerd op de vraag - en de beantwoording daarvan - of de kerk hier een reinigingsritueel  beoogde of een dankzeggingsritueel. Die vraagstelling is uiteraard ook boeiend. De Nederlandse bisdommen hadden per diocese een "proprium”.  Een aparte catalogus van gebeden, rituelen, gezangen en zelfs liturgieën die de andere diocesen niet hadden.

Het heeft ermee te maken dat de Lage Landen betrekkelijk laat gekerstend waren. Ze bleven dus lang hangen aan Taxandrische en Keltische gebruiken. Zuiderlingen, op doortocht naar Amsterdam of Dordrecht, vonden die gek. Ze schreven er veel over. Heksenuitdrijverij, onttovering. Volksgerichten. Rechtspraak op vogelvluchten. Rare jongens, die Nederlanders.

Nieuwe bisdommen in 1559

Dat was in de Nederlanden heel sterk aanwezig tot 1559, toen nieuwe bisdommen werden ingevoerd door Philips II, de Spaanse koning waar Noord-Nederland zoveel mee te stellen heeft gehad. Hij wilde vervroegd in de Lage Landen de bestuursbesluiten van het Concilie van Trente invoeren. Bisschoppen zag hij als administratieve topambtenaren. En hij vond dat de bewoners van de moerasdelta zich veel te eigengereid opstelden in zijn rijk. Dat zag je aan hun uitmiddelpuntige liturgische gewoonten.

Ze hadden meer toezicht en kerkelijke tucht nodig. De Nederlanden waren noordelijk verdeeld in twee immense bisdommen. Dat van het “Het Sticht” boven de Rijn en dat van Luik daaronder, tot aan Namen. Daarin lag dus het Hertogdom Brabant.  De Luikse prins-bisschop vond altijd al dat de Brabo’s nogal wat kapsones hadden omdat het hun handelscommercieel geweldig goed ging. Hij wilde daarom hun woekeringen in zelfbedachte liturgische praktijken flink terug dringen en het aantal “propria” sterk verkleinen. Hij liet ze in kaart brengen, want die rare liturgietjes – zoals de kerkgang – liet hij zwaar belasten. In het dekenaat Woensel werden de registraties van deze eigenstandige afgeleide plechtigheden met sacramentele inslag geconcentreerd en via Luik naar Madrid gestuurd. Voor de erkenning en de tarifering. Boeiende lectuur. Bij de kerkgang waren een gewijde kaars gebrand en er werd flink wijwater gesprenkeld. Daarvoor gold een bijzonder ‘BTW-tarief’.

Het Sticht

Het "Sticht" - het diocese Utrecht, dat nogal groot was - had een proprium voor traditionele processies die voor de Vrede van Münster al bestonden en belopen werden, zoals de hink-stap-sprongprocessie te Huissen. Daarvoor gold het in 1650 ingevoerde processieverbod vanwege de Staten-Generaal niet. Het proprium bleef dus voortbestaan, ook na 1853. Rotterdam, dat oorspronkelijk onder “Het Sticht” viel, kende wel hele rare processies over De Hoogstraat – de Oude Schielandsche Zeedijk – omdat daar veel Spanjaarden en Portugezen waren blijven hangen. Ook ná de reformatie. Rotterdam werd in de vijftiger jaren een zelfstandig bisdom en deelde in dat proprium, en daar had je dergelijke processies in Delfshaven en Schoonderloo ook. Katholieke Schotten waren er nogal gek mee. De nieuwe bisschop Janssen van Rotterdam kon daar niet veel aan doen. Al was hij er tegen. Hij vond ze provocatief.

Geen Rotterdamse kerkgang

De "kerkgang" bestond in Rotterdam helemaal niet. Mijn moeder als Rotterdamse katholieke vrouw kende dat ritueel niet. In het Bossche diocese was het in 1956 nog steeds zeer levendig. Daar was de kerkgang ook tijdens de periode 1650-1795 gehandhaafd als reinigingsritueel. Dat verried een wat merkwaardige opvatting nopens de zwangerschap. Dat was een verontreinigde staat waarin de vrouw zich gebracht had. Daaruit werd ze door de genade der kerk verlost als ze boetvaardig de linkerpunt van de paarse stool van de priester in het kerkportiek aanvatte.

De priester vroeg haar in het Latijn of ze om wedertoelating vroeg tot de gemeenschap van de strijdende kerk. En de koster antwoordde namens haar dat ze wilde. Daarna reikte de priester de manipel aan - de zweetdoek aan de linkermanchette van de albe. Ze ging dan "a sinistra" - linksgaande - naar het Maria-altaar om daar weder zich op te dragen aan de Moedermaagd, zoals ze dat deed na de huwelijkssluiting. Een dankzegging voor haar verlossing uit de tijdelijke zielsbezoedeling der geslachtelijkheid. Het Volksvesperale geeft daar de merkwaardige teksten van weer. En die liegen er niet om. Er was heel wat loos met de zwangere. Dat vooronderstelde liturgische restauratie.

Zwangerschap verontreinigt niet

Dat vond mijn veel te Hollandse moeder, die op dit punt hypergevoelig was, ridicuul. Ze legde zich er niet alleen niet bij neer. Ze ging er tegen in, zoals veel andere vrouwen in de wijk óók hadden willen doen, die door Philips in 1948 van boven de Grote Rivieren naar Eindhoven waren gehaald. Het ging weer heel goed met de economische conjunctuur, dus uit Stadskanaal, Drenthe maar ook uit Noord-Holland werden veel gezinnen naar De Kempen gehaald. Daar keken de moeders er bepaald van op dat een blootsvoetse pater op huisbezoek kwam en informeerde naar het kindertal. Of dat een kapelaan even kwam vertellen hoeveel kinderen er gebaard moesten worden gelet op de salarisschaal van pa.  En al helemáál, dat die moeder dan ook nog eens te kijk werd gezet via de kerkgang als ze gedaan had wat de geestelijkheid van haar verlangde.

De twee typische trappen "a sinistra" bij de Strijpse Trudokerk. Links voor de kerkgang en links voor de doop, rechtstreeks vanaf de openbare weg. Ter inleiding van de bezoedelde wezens: de bevallen vrouw en de ongedoopte boreling (collectie G. Strijards)
De twee typische trappen "a sinistra" bij de Strijpse Trudokerk. Links voor de kerkgang en links voor de doop, rechtstreeks vanaf de openbare weg. Ter inleiding van de bezoedelde wezens: de bevallen vrouw en de ongedoopte boreling. De foto is van kort na de brand in 1936 (collectie G. Strijards)

Mijn moeder deed volgens de pastoor nodeloos moeilijk, net als in het geval dat ze niet via het linker buitenpoortje haar kind ten doop wilde doen voeren naar de vont door de meter (de vrouwelijke doopgetuige), dus weer "a sinistra". Niet via het schip, de gewijde ruimte, maar buitenom, dat wou pastoor De Beer, want de ongedoopte was nog bezeten door de satan. Aan de Trudokerk zat een aparte linkeropgang naar de doopkapel direct vanaf de straat. En bij de Teresiakerk óók. De pastoor hechtte eraan dat die opgangen "a sinistra" werden gebezigd. Hij besteedde dan ook ruim aandacht aan het duivelsuitdrijvingsritueel over de baby. Daar werd mijn moeder gallisch van. Zoals de meeste importvrouwen in Eindhoven, alleen zonden die geen stuk in bij het periodieke pers. Mijn moeder deed dat wel. Ze pakte flink uit in opstandige blaadjes. En kreeg daarom moeilijkheden met de HH geestelijken.

 

7

Reacties (7)

Marilou Nillesen zei op 18 januari 2023 om 22:22 uur

Bijzonder verhaal, Gerard, mooi om ook meer over die achtergrond te weten te komen. Bizarre rituelen, in onze 21ste eeuwse ogen. Dat van die duiveluitdrijving is nieuw voor mij, dat had ik nog nooit eerder gehoord. Ik kan me wel iets voorstellen bij de reactie van je moeder (zijn die ingezonden brieven er trouwens nog?)

Norah zei op 19 januari 2023 om 11:33 uur

Alle bewondering voor je moeder, Gerard!
Heel aangrijpend beschreven, in deze tijd nauwelijks te bevatten.

Strijards zei op 21 januari 2023 om 11:56 uur

In de Teresiaparochie werd het kerkblad "Contact" verspreid. Mijn moeder schreef daarin menig artikel. En ook ingezonden brieven. Nu greep ze daarbij wel eens boven haar macht, want veel moraal-theologische problemen die toch wel een zekere studie vereisen behandelde ze, fris van de lever, ten gronde. Ik denk dat dat overcompensatie was betreffende het gemis dat ze voelde doordat ze ná de lagere school in de Rotterdamse Robert Fruinstraat niet had mogen doorstuderen aan tenminste een MULO. Meer Uitgebreid Lager Onderwijs. Dat werd later, geloof ik, de MAVO. Ze had wel de zevende klas mogen doen. Ze kon dus in het Frans zeggen: "Is dat de hoed van vader? Neen, het is de gieter van de tuinbaas." Maar daar had ze in Strijp, de woonwijk van glasblazers bij Philips, niet veel aan. Die blaadjes heb ik nog. Want ik moest ze 's avonds ook bezorgen als kleine jongen. Dat pastoor De Beer er aanstoot aan nam dat mijn moeder zijn visie op de Koude Oorlog en de betekenis van het IJzeren Gordijn niet deelde en vond dat hij als geestelijke zich met dat soort geopolitieke vraagstukken niet hoorde te bemoeien, kan ik in het licht van die tijd wel begrijpen. Mijn vader die in schoolongevallenverzekeringen deed, kreeg er problemen mee, want de hoofden van de rooms-katholieke lagere scholen wensten geen zaken te doen met een vent die gehuwd was met een vrouw die opruide tegen het geestelijk gezag. Daar kwam ook thuis bonje van. Maar ja, die brieven heb ik nog. Koesteren doe ik ze niet, gelet op de echtelijke onmin die ze onbeoogd veroorzaakten, ook via het Strijps Weekblad. Aan de andere kant: overal is wat. Maar dan hoor ik het avondlijke gekijf in onze zitkamer weer. Waar mijn vader genadeloos uitserveerde dat HIJ het hoofd der echtvereniging was. Dat stond verdomme in het Burgerlijk Wetboek. Maar daar was moeder niet van onder de indruk.

Ad Tillmann zei op 24 januari 2023 om 10:16 uur

L.S.,
Toen ik nog op de lagere school zat en begin 50 er jaren iedere zondag naar de H.Mis moest gaan van kerk, schoolmeester en ouders, viel ik tegen de concentratie bijna iedere keer flauw. Toen ik dat tegen mijn moeder zei kreeg ik van haar twee pepermutjes mee naar de kerk.
Die hielpen dan wel al een stukje.
Nu ik een stuk ouder ben (80 jaar) kan ik al enkele jaren niet meer naar de kerk gaan omdat ik dan af en toe flauw val. Er wordt dan een ziekenwagen gebeld, ik word ingeladen en kom tegen 16.00 uur weer thuis. Grote consternatie dus alom. Ik ga dus nu niet meer naar de kerk. De pastoor ( priester) komt nu 1 x per maand bij mij en deelt mijn echtgenote en mij de communie uit. Voor de rest kijk ik naar de H.Mis op de TV.
Mijn vraag aan u is nu:
LIGT DIT HELE GEBEUREN ERAAN DAT IK NIET TEGEN DE GEUR VAN DE WIEROOK OP KAN? IS DAT MOGELIJK?

Met vriendelijke groeten,
Ad Tillmann.
tillm035@ziggo.nl

Norah zei op 24 januari 2023 om 11:26 uur

Beste Ad,

Dat bijna flauwvallen van lang geleden, komt me bekend voor. Dit lag eraan dat men nuchter ter communie ging. Wat uw moeder hiertegen deed, had ze goed gezien.
De mogelijkheid bestaat altijd dat men niet tegen wierookgeur bestand is. Hoewel bij een "gewone" mis kan ik mij niet herinneren dat er met wierook gezwaaid werd.
Mogelijk herkent iemand zich in uw verhaal.
Mvg.

Mariët Bruggeman zei op 24 januari 2023 om 11:34 uur

Beste Ad en Norah, ik kan me dat inderdaad ook herinneren, dat je nuchter moest zijn en dat je dan, nadat je erg lang moest knielen of staan, even niet goed werd. Die pepermuntjes waren een prima oplossing. Maar wat ontzettend vervelend Ad, dat je nog steeds last hebt van het flauwvallen. Wat goed van jullie pastoor dat hij nu zelf bij jullie langskomt. En hopelijk, de wierook gewoon thuis laat! :)

Rini de Groot. zei op 24 januari 2023 om 20:53 uur

Maar na dat pepermuntje was je toch niet meer nuchter, wij kregen het mee voor de Nachtmis. Ad wat jammer, ik en m,n echtgenote, zaliger hielden van Wierook, inmiddels dan niet nuchter. Bij zo,n gelegenheid zijn nu alle vertrekken reelmatig met rook doordringend gevuld en de rookalarmen uitgeschakeld, misschien goed tegen houtworm. Heb destijds 1 kg. Melchior geur gekocht.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.