Driekoningen in Maaszicht, 2000 (foto: Fotostudio Jean Smeets, Grave, bron: coll. BHIC, fotonummer 1907-000638) |
Voor ons, de oudste drie jongens, was Driekoningen een vast gegeven zo rond het einde van de kerstvakantie. We hulden ons in oude gordijnen en zetten zelf geknipte kleurige kartonnen kronen op ons hoofd. Uiteraard werd het gezicht van één broer met roet ingesmeerd. Deze koningen brachten geen goud, mirre en wierook mee, ze kwamen hun geschenken juist halen!
Toen ons jongste broertje ook mee wilde doen, trokken we gevieren door het dorp onder het zingen van “Vier koningen, vier koningen, geef ons een nieuwe hoed – de ouwe is versleten – ons moeder mag ’t nie weten ….”.
Vrijwel overal ging tijdens het zingen de voordeur open en we werden goed voorzien van snoep, maar ook van centen, stuivers, dubbeltjes en kwartjes.
Herinneringen aan driekoningen
Coen van de Luytgaarden uit Noordhoek
Driekoningen op bezoek bij het Sint Jozefhuis in Reek, 1966 (foto: Ton Cruijsen, bron: BHIC, fotonummer 1903-000656) |
We trokken destijds met een paar maten als drie koningen verkleed langs de deuren. We hadden exotische kleren aan en zelfgemaakte kronen op ons hoofd. We waren echte koningen. Zodra we aanbelden en de deur open ging, knielde de middelste van het stel neer. De twee andere koningen bleven er keurig achter staan en dan zongen we een lied.
Ad Rooms uit Bergen op Zoom
De kerststal bleef vroeger in ieder geval staan tot na het feest van Driekoningen op 6 januari. Bij ons thuis kregen Balthasar, Casper en Melchior dan altijd een plaatsje dicht bij de kribbe. Tot aan die dag stonden ze samen met de kameel ergens achter de herders op een wat grotere afstand van de stal.
Bron van deze herinneringen
Ad Rooms, Het Rijke Roomse Leven: Herinneringen met weemoed en weerzin, Raamsdonksveer 2002-2006
Reactie toevoegen