Dat kostte natuurlijk het een en ander. Om de nodige fondsen te verwerven bedacht men zaken als: missiebusjes, zilverpapier verzamelen, collectes in de kerk, op bruiloften, enz. Ook de kinderen werden niet vergeten.
Zo bestond er een pauselijke organisatie, genaamd “Pauselijk Genootschap der H. Kindsheid”. De kinderen die hier lid van waren, steunden door hun periodieke bijdrage de missie, met als “beloning” een pentje .
Er werd ook rijkelijk gebeden en gezongen voor de missie... Natuurlijk werd van ieder katholiek kind verwacht er lid van te zijn. Mijn vader (geboren in 1903) was er als kind al lid van, voordat hij het goed en wel besefte.
Reactie toevoegen