Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

"Tonneke die dood is"

Rooms prentenboek

Voor me zie ik een oude klassenfoto van het derde leerjaar met Broeder Hermenigald, de broer van het hoofd van onze Aloysiusschool – Broeder Laetantius - uit Vught. De foto werd voor de H. Hartkerk genomen en laat een jongetje op de onderste rij zien en wel de derde van links. Duidelijk is te zien dat het jongetje, ik dus, normaliter een brilletje zou moeten dragen.

De eerste drie jaren op de Aloysiusschool waren verdrietige en eenzame Jaren voor me. Niet alleen werd me afgeleerd het linkshandig schrijven, wat veel knoeierij en weinig ‘arbeidsvreugd’ opleverde, maar in de tweede klas werd eindelijk ontdekt dat ik slechte ogen had en hetgeen op het schoolbord werd geschreven niet kon lezen. Door een Chinese of Japanse oogarts uit de St Jozefstraat in Den Bosch werd me een brilletje aangemeten.

De derde klas van de Aloysiusschool, met broeder Hermenigald (coll. Ton Krijnen)Verder sprak ik de ”SCH” niet goed uit; school werd sjool en schip werd sjif. Dit tot grote hilariteit van de overige leerlingen en dat terwijl ik dacht de woorden goed uit te spreken. Gelukkig werd dit in het derde leerjaar gecorrigeerd door een logopediste. Ik dacht dat zij Mw. Koek heette.

Ik had echter een steun en toeverlaat en dat was “Tonneke die dood is”. Hij was mijn toeverlaat toen en is het nu nog steeds. Tonneke was mijn overleden broertje. Hij stief in 1947 aan een hersentumor. Ik werd geboren in 1948 en ook Tonneke genoemd. Binnen ons gezin leefde Tonneke als “Tonneke die dood is” voort. Hij werd begraven op het kindergedeelte van het kerkhof van de H. Hartkerk.

De tweede klas van de Aloysiusschool, met meester Brekelmans (coll. Ton Krijnen)Vooraan in de H. Hartkerk had je twee zijbeuken (of nissen). Links zaten de jongens en rechts de meisjes. Rechtsachter bij de jongens zat steeds een broeder en ik neem aan dat bij de meisjes er een zuster aanwezig was om de orde te handhaven. Ik zeg dat ik dat aannam, omdat het alltaar tussen ons stond en ons het uitzicht op de meisjes ontnam.

Het kerkhof van de H. Hartkerk in Vught (Foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord Brabant; BHIC fotonr. PNB001071741)Iedere zondagmorgen glipte ik door de zijdeur naar de begraafplaats en ging naar het graf van Tonneke. Zittend op de rand van zijn grafje kon ik dan mijn verdrietjes kwijt en sprak ik met hem. Zo ook die zondagmorgen, toen een bejaard echtpaar aangewandeld kwam.

Ze zagen en hoorden me en de man vroeg hoe ik heette. Geheel ter goeder trouw antwoordde ik dat ik Tonneke Krijnen heette. Op datzelfde moment kreeg ik een draai om mijn oren en hij snauwde me toe dat ik oudere mensen niet voor de gek moest houden. Begrepen deed ik het niet en pas later begreep ik, dat de beste man dacht dat ik hem voor de gek had gehouden.

Nu, 65 jaar later, denk ik terug over die eerste drie jaren van de lagere school en denk dat het verschil tussen de ‘grote mensen wereld’ en de ‘kleine kinderen wereld’ gelukkig een stuk kleiner is geworden.

Foto's

  1. De derde klas van de Aloysiusschool, met broeder Hermenigald (coll. Ton Krijnen)
  2. De tweede klas van de Aloysiusschool, met meester Brekelmans (coll. Ton Krijnen)
  3. Het kerkhof van de H. Hartkerk in Vught (Foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord Brabant; coll. BHIC fotonr. PNB001071741)
7

Reacties (7)

Marilou NillesenBHIC zei op 13 november 2019 om 11:03 uur

Wat een ongelooflijk ontroerend verhaal, Ton, ik ben er gewoon even stil van. Aangrijpend te lezen hoe je zo heb moeten knokken, die eerste jaren op school. En dat afgezet tegen het stille en onmetelijke verlies van je broertje bij wie je je verhaal kwijt kon; dat maakt je verhaal tot een heel indrukwekkend relaas.

Veel dank voor deze openhartige bijdrage, heel mooi dat je dat hier deelt.

Jolanda Aarts zei op 15 november 2019 om 02:55 uur

Het doet mij denken aan wijlen mijn stiefvader: het jongetje dat vóór hem, in het 13-koppige Brabantse gezin geboren werd, heette óók Jos, net als hij. Mijn stiefvader moet zo'n zelfde band hebben gevoeld met zijn voor-overleden broertje. Nu nog probeer ik het leven van mijn stiefvader op te schrijven.....

Marilou NillesenBHIC zei op 15 november 2019 om 19:34 uur

Ah, wat een mooi streven, Jolanda. Juist door zijn leven vast te leggen - met daarin ongetwijfeld ook een rol voor zijn overleden broertje - richt je als het ware een soort monumentje voor hem op. Heel waardevol hoor! Veel dank voor je berichtje.

Ad Boons zei op 16 januari 2020 om 23:04 uur

De oogarts in de Sint Jozefstraat in Den Bosch die hem een brilletje aangemeten heeft was Dr Tjap Tjong, ik heb er vroeger ook vele uren bij hem in de wachtkamer gezeten met een broer en twee zusjes een kundige man maar niet erg tactische.

Peter van den Berg zei op 17 januari 2020 om 10:40 uur

Een aantal dingen zijn wel herkenbaar. Zelf ben ik van 1950. De lagere school leek erg op een militair regime. Als linkshandige moest ik natuurlijk rechts schrijven wat eveneens tot veel geklieder leidde met de kroontjespen. Bij mij leidde dit tot verregaande onverschilligheid tov het onderwijs. Dr Tjap Jong vond ik een bijzondere (rare) man. Na 5 en een half uur wachten in de wachtkamer op een harde stoel was ik aan de beurt. Tjap Tjong dat mijn ogen te vermoeid waren en stelde voor om morgen terug te komen. Toen ik aanstalte maakte daar enig bezwaar tegen te hebben gromde hij het zijn jou ogen. De volgende dag (reis 30 km) hoefde ik maar een uur te wachten. En vanwege wat chronische problemen aan mijn ogen bleef dat de komende dagen tot een uur per keer beperkt. Zijn kamer was een zooitje. De secrataresse had een klein stukje van het bureau om te schrijven. Bij een onverwachte beweging kon zo maar een stapel papieren omvallen. De glazen die hij gebruikte zaten niet keurig in een bakje maar lagen op een hoop. Hij roerde er telkens in pakte het betreffende glas en maakte het eerst schoon. Hij had smetvrees. De telefoon werd opgepakt met een papiertje. Een bijzonder figuur maar erg bekwaam als oogarts begreep ik.Peter van den Berg

Ton Krijnen zei op 18 januari 2020 om 13:32 uur

Inderdaad Ad en Peter, ik herinner me nu zijn naam weer: Dr Tjap Tjong.
Ook kan ik me nog herinneren dat ik door mijn moeder vroeg naar Dr Tjap Tjong werd gestuurd om een nummertje op te halen, later konden we dan terugkomen en hoefden zodoende niet er de gehele dag te zitten. Ook zijn humeur en smetvrees komen weer boven drijven!

Groeten, Ton

Marilou NillesenBHIC zei op 19 januari 2020 om 20:39 uur

Hmm, dat moet inderdaad een exceptionele man zijn geweest, Ton en Peter. Echt zo iemand die bij veel mensen indruk heeft gemaakt, dus we zijn benieuwd naar meer verhalen en herinneringen... Wie vult dit nog verder aan?

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.