Hoe dan ook, misdienaars waren toch wel degelijk statushouders, ze stelden wat voor binnen de geloofsgemeenschap die toen nog nagenoeg de hele dorpsgemeenschap uitmaakte. Zij dienden de mis en vervulden verschillende taken tijdens de eredienst in de kerk.
In de eerste plaats waren het alleen jongens en daarmee was duidelijk de afstand tot het vrouwelijk geslacht aangegeven. Vrouwen mochten niet eens in het priesterkoor, achter de communiebank, komen, laat staan de pastoor assisteren bij het opdragen van de mis. Daarbij kwam nog dat het zonen waren van niet de eerste de besten, neen, ze waren van goeden huize. Het waren er van den dieje en den dieje, die hadden wat te betekenen in de gemeenschap omdat ze veel geld bezaten, meer geleerd hadden of, en dat waren dikwijls dezelfden, wat te zeggen hadden in het bestuurs- en verenigingsleven. Misdienaars waren gekend want ze werden elke week gezien door alle inwoners van Aarle-Rixtel. Immers iedereen moest elke zondag naar de mis, dat was de zondagsplicht.
Natuurlijk waren er een paar die dat niet deden en die waren gekend het waren die, "die ene kejer mèr nao de kèrik ginge as un perd." Die kwamen meestentijds alleen in de kerk om de Paascommunie, de verplichte jaarlijkse communie, te doen. Wanneer de misdienaars die hadden gediend na de mis uit het poortje naast de kerk kwamen en tussen het volk dat nog voor de kerk stond bewogen gingen ze, zich bewust van hun status, vol trots op huis aan.
De misdienaars bij de zusters in de kapel waren veel minder in aanzien. Maar die waren wel streng geballoteerd. Nee, niet zomaar elke jongen kon misdienaar worden bij de zusters. Je moest gekwalificeerd zijn als van goede katholieke tuk, van goei braaf mensen. Men wist toen nog heel nauwkeurig wat goed en wat slecht was en daarop werden mensen be- en ook veroordeeld; er zijn er overigens nog steeds die dat weten en doen. Deze snotjong moesten hun status halen binnen de kloostermuren en…. dat was nog niet alles, er waren ook de pensionairen, interne leerlingen van Mariëngaarde, jonge meisjes van goeden huize. Er werden knipoogjes en glimlachjes uitgewisseld en er was altijd goed toekijkend publiek waarvoor soms een stuntje kon worden uitgehaald. Er zijn misdienaars geweest die zich daarmee ontslag uit hun functie op de nek hebben gehaald en dan kregen ze thuis ook nog eens de wind van voren. Kijk, dat was nog eens andere koffie dan die grootnekken van de kerk hadden. De misdienders van de zusters kregen na de mis op de boerderij bij Nol van de zusters, koffie met een goed belegde boterham. Ja, je kon er een stuk van de dagelijkse kost verdienen en daar waren ze thuis helemaal niet ongelukkig mee.
Hoe het ook zij en of alle heren geestelijken blij waren met hun hulptroepen of niet, ze voelden zich geen snotjong.
Reactie toevoegen