Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Trineren: mijn herinnering aan deze mogelijkheid voor priesters

Rooms prentenboek

In de rooms-katholieke kerk mag een priester dagelijks maar één H. Mis lezen (celebreren). Dat is de hoofdregel. Met vergunning van het kerkelijk gezag is het een priester geoorloofd om twee missen op dezelfde dag te lezen. Dat noemt men 'bineren' (naar het Latijnse 'binae (per diem)', twee per dag). Dat kan bijvoorbeeld voorkomen bij een tekort aan priesters.

Op Kerstmis en Allerzielen (2 november) mag iedere priester drie missen celebreren, zonder verplichting. Dat noemt men dan trineren. De missen werden aaneensluitend gelezen.

Aan deze laatste mogelijkheid moest ik terugdenken bij lezen van de verhalen over het rijke roomse leven in Brabant 1900-1970. Als kind kregen we van onze ouders de keuze voor het vervullen van de zondagsplicht: oftewel naar twee H. Missen achter elkaar, of naar één H. Mis en dan ‘s middags naar het Lof. De zondagsplicht op zaterdagavond vervullen kon toen nog niet.

De kapel in Huize Padua (Boekel) met hoofdaltaar en twee zijaltaren

In de jaren dat ik op de lagere school in Berkel zat, was ik misdienaar. Later, in mijn juvenaatsjaren in Tilburg, was ik zowel misdienaar als lid van het kerkkoor. Tijdens mijn verblijf op het postulaat/noviciaat in Boekel (Huize Padua) was ik ook weer misdienaar en lid van het kerkkoor. Als postulant/novice werden we niet meteen als verpleger (Huize Padua is een psychiatrisch ziekenhuis) ingezet.

De eerste tijd werden onze dagen naast gebed gevuld met lessen, huishoudelijk werk in het noviciaat en het hoofdgebouw van Huize Padua, bedden opmaken op een verpleegafdeling, alle kousen van Padua die in grote kisten uit de eigen wasserij kwamen weer tot paren sorteren, kussens vullen met veren en dan dichtnaaien, om de drie maanden vrij wandelen in de omgeving, enz.

Maar ook fungeren als misdienaar en eventueel als lid van het kerkkoor. In de eigen kapel van het postulaat/noviciaat, maar ook voor de priesters/patiënten, die meestal op de “Eerste Klas” woonden. Omdat in de kapel van het hoofdgebouw een hoofdaltaar was met daarnaast twee zijaltaren, konden meerdere priesters gelijktijdig mislezen. En waren daarom meerdere misdienaars nodig. En wij als jonge broeders waren daarvoor goed inzetbaar.

Kapel van het Noviciaat in Huize Padua (Boekel)

Op de dagen dat de priesters mochten trineren kwam voor mijzelf de volgende situatie voor: ’s morgens eerst op het noviciaat drie missen bijwonen, gecelebreerd door de pater Kapucijn van het zeer nabijgelegen klooster in Handel. En dan later op de dag als misdienaar naar de kapel van het hoofdgebouw voor weer drie missen door één van de priesters.

Op Kerstmis was er nog later op de dag natuurlijk ook nog een Hoogmis met ondersteuning van het kerkkoor. De celebrant van de Hoogmis zal ook wel “getrineerd” hebben. Zo telde dat toch wel aardig op.

Ook mijn vrouw Margaret herinnert zich het gebruik nog goed uit haar jeugd. Daar werd met Kerstmis de Nachtmis in combinatie met twee andere missen gevierd. Ze had pas geelzucht gehad. De huisarts vond het goed dat ze naar de Nachtmis ging, maar niet naar alle drie de missen.

9

Reacties (9)

Marilou NillesenBHIC zei op 12 juni 2019 om 17:20 uur

Bijzonder om te lezen, Jan, zeker omdat je het zo mooi vertaald naar je eigen situatie. Dat moeten toch uitputtende dagen zijn geweest: ’s morgens eerst op het noviciaat drie missen bijwonen, en dan later op de dag als misdienaar naar de kapel voor weer drie missen door één van de priesters. Of heb je dat zo nooit ervaren?

Rini de Groot zei op 12 juni 2019 om 22:45 uur

Jan we zullen allebei wel ongeveer van dezelfde leeftijd zijn het woord Trineren was mij onbekend.
Allerheiligen was een schoolvrije dag, als kind was met Allerzielen altijd de vraag hoe laat begint de H. Mis. In de namiddag moesten we gezamenlijk naar de Kruisweg in de Par. kerk.
De kapel van de Kapucijnen in Handel bezochten we meestal tijdens de heenweg op de voetbedevaart wanneer we de Mis in Handel zelf van
6 uur niet haalde.

Jan Witlox zei op 13 juni 2019 om 10:30 uur

Marilou, het was inderdaad wel eens "te veel van het goede". Maar veel dingen nam je eerst als vanzelfsprekend aan. In de jaren 60 was, wat ik wel eens noem, de "grote uittocht". Veel mensen verlieten het klooster, omdat ze zich met dingen niet meer konden verenigen. Er veranderden wel dingen, maar de tijdgeest ging sneller.
Rini, het woord trineren kende ik ook niet. Het gebruik van de drie missen stond me nog wel bij, maar ik heb lang op internet moeten zoeken tot ik gevonden had wanneer en op basis waarvan het plaatsvond.

Marilou NillesenBHIC zei op 13 juni 2019 om 16:23 uur

Bedankt voor jullie reacties, heren. Iedere keer mooi om te lezen, en telkens wat nieuws te leren ;)

Mart Witlox zei op 10 juli 2019 om 16:33 uur

Jan,
Volgens mij is de foto van wat jij de kapel van het noviciaat noemt een vergissing. De foto is van de kapel die zich bevond op de zolder van het Elisabethpaviljoen, t.b.v. de patienten die verbleven op de opnameafdeling.
Pater (Diederick) de Leeuw, een Witheer uit Heeswijk die daar verbleef, was met Br. Alexander de initiatiefnemer om daar t.b.v. de patienten die op de gesloten afdeling verbleven een kapel in te richten.

met vriendelijke groeten,
Mart Witlox

Jan Witlox zei op 11 juli 2019 om 11:05 uur

Beste Mart,
In eerste instantie dacht ik: wat is zeker in het leven? Want ik dacht meteen dat mijn herinnering wel goed was. Maar je weet maar nooit.
Ik was op het postulaat/noviciaat in Huize Padua Boekel vanaf september 1961. Nadien werd ik overgeplaatst naar Tilburg (Piusoord) . In 1965 ging ik weer voor een tijd terug naar Boekel en werkte op de "ziekenzaal".
In december 1965 verliet ik het klooster. Van een kapel in het Elisabethpaviljoen kan ik me niets herinneren.
De prentbriefkaart heb ik naar mijn ouders gestuurd. Ik kan de poststempel niet lezen, maar ik vermoed dat het begin 1962 is geweest. Ik vond hem bij mijn "levensloop". Mijn moeder maakte voor alle kinderen zo'n levensloop waar ze allerlei dingen in opschreef en bijvoegde, zoals inentingskaartje, bonnen (oorlog), rapporten, vakantieplaatjes, de eerste brommer, enz. enz. We kregen die levensloop als we trouwden. Ik gebruik hem nog al eens om dingen na te kijken. Bij de "Boekelse periode" staat er nog al eens: "Wij mochten er niet bij zijn".
Nou Mart, op de achterkant van de prentbriefkaart staat gedrukt: Huize Padua Boekel (N.Br) Kapel Noviciaat.
Geen twijfel mogelijk dus.

Met vriendelijke familiegroeten

Jan Witlox

F. van der Leest zei op 2 september 2019 om 21:16 uur

De bovenstaande foto's kloppen wel ik was een studiegenoot van Jan

Marilou NillesenBHIC zei op 3 september 2019 om 09:13 uur

Oké, F. van der Leest, dan nemen we dat mee. Dank voor uw berichtje!

Jan Witlox zei op 14 september 2019 om 13:06 uur

Frans, leuk je hier ook te zien. Ik zag je bericht nu pas, omdat de melding van een reactie bij Spam terecht was gekomen. Komt meer voor.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.