Versiering voor de Sacramentsprocessie in Oirschot, 1957 (coll. J. Noyen) |
Deze heeft alles te maken met het hoogfeest van Sacramentsdag. Dan wordt gevierd dat Jezus Christus zich in de gedaante van brood en wijn aan de gelovigen wil geven als voedsel en voortdurend onder de mensen wil blijven door middel van zijn waarachtige aanwezigheid in de gewijde offergaven (brood en wijn). Sacramentsdag valt op de tweede donderdag na Pinksteren, maar wordt doorgaans gevierd op de zondag daarop.
De processie vormt het hoogtepunt van dit feest. Daarbij wordt het Allerheiligste, een grote gewijde hostie in een monstrans, in een plechtige sfeer rondgedragen door dorp en stad. Daar werd vooral in vroeger tijden veel werk van gemaakt. In ons dorp werden de straten waarlangs de processie zou trekken, prachtig versierd met bogen en poorten waarop teksten verschenen die allemaal verwezen naar het Allerheiligste. Elders bedekte men soms de straatstenen onder kunstig gemaakte figuren van gekleurd zand of zaagsel.
Sacramentsprocessie Uden, ca. 1961 (foto: coll. BHIC, fotonummer 1608-001741e) |
De processie begon te trekken vanuit de parochiekerk. Een belangrijke rol was weggelegd voor de plaatselijke fanfare of harmonie, die zorgde voor plechtige, in een gedragen tempo gespeelde muziek. Natuurlijk waren er ook lange rijen met bruidjes en in zondagse kleren gestoken parochianen. Achteraan in de stoet liep de pastoor in koorkap met het Allerheiligste, onder een baldakijn, gedragen door vier mannen. Dit gezelschap werd omgeven door misdienaars van wie er altijd enkelen met wierookvaten zwaaiden.
Halverwege de route was op een markant punt - in Etten was dat de Bisschopsmolen - een rustaltaar gebouwd. Daar kreeg de monstrans met het Allerheiligste een mooie en centrale plek, hield de pastoor een korte preek en was er ook ruimte voor gebed en gezang. Daarna keerde de stoet terug naar de parochiekerk.
Reactie toevoegen