Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Eerste communie

Rooms prentenboek

Eeuwenlang moest je minimaal 12 jaar oud zijn om ter communie te mogen gaan. Maar paus Pius X (1903-1914) had die leeftijdsgrens verlaagd tot 7, zodat een veel grotere groep gelovigen dit sacrament kon ontvangen. Zodoende begon al in de eerste klas van de lagere school de voorbereiding tot de communie.

Als eersteklasser wist ik al wel wat de communie inhield. Ik was immers al vaker meegegaan naar de kerk, waar mijn ouders en mijn oudste zusje naar voren gingen en knielden bij de communiebank. Daarna kwamen zij met iets in hun mond terug naar hun plaats, vaak in een eerbiedige houding en met de handen gevouwen. Ik mocht dan even niet met hen praten, want zij baden enkele minuten in stilte, vaak met de ogen dicht.



Bron: Prentenboek bij de eerste Katechismus
Bron: R.P. fr. H. Randag o.f.m. en br. Berthilo FIC, Prentenboek bij de eerste Katechismus, Maastricht / 's-Hertogenbosch 1949

De voorbereiding op de communie vond op school plaats, gewoon tijdens de lessen. Gemakkelijk was het niet, want wat moest je je als kind voorstellen bij “Jezus die in je hartje komt” en bij het “nuttigen van het lichaam en bloed van Jezus”? Zeker omdat je als communicantje alleen de ouwel kreeg en niet de miswijn. Het werd pas echt spannend, toen we je met de hele klas naar de kerk gingen om het ontvangen van de hostie te oefenen. De meester of juffrouw dirigeerde groepje na groepje naar voren, waarna we in een keurige rij werden opgesteld voor de communiebank. Op een teken van de leerkracht moesten we tegelijkertijd knielen met de handen gevouwen onder het kleed dat over de communiebank hing. Daarna: mond open en tong uitsteken. Zo brak het moment aan dat de priester langskwam en deed alsof hij iets op mijn tong legde. Tenslotte stond de rij weer tegelijkertijd op en ging ik met neergeslagen ogen en gevouwen handen terug naar mijn plaats.



Eerste communie in Reek, 1984 (BHIC, coll. Ton Cruijsen, fotonummer 1903-000624)
Eerste communie in Reek, 1984 (BHIC, coll. Ton Cruijsen, fotonummer 1903-000624)

Naast de kerkelijke voorbereiding waren er meer spannende dingen te beleven: jongens kregen een nieuw pak en meisjes een bruidsjurk. Verder was er natuurlijk een groot feest in aantocht en – niet te vergeten! – cadeaus. Een standaard-geschenk in veel families was een ontbijtbord met bijbehorende kop en schotel. Op alle drie stond een afbeelding van een jongetje of een meisje dat de hostie ontvangt, met daaronder: “Ter herinnering aan uw Eerste Heilige Communie”. Ik heb dit ontbijtsetje nog. Ook was er, ook in mijn geval, een ietwat groot uitgevallen prentje met eenzelfde tafereel erop. Omdat het was ingelijst, kon het opgehangen worden boven mijn bed. Echt blij zou ik zijn geweest met speelgoed dat ik allang had gewild, maar dat kreeg ik niet.

Verder was het communiefeest natuurlijk een absoluut hoogtepunt in het kinderleven. Onze hele familie kwam langs en de tafel was beladen met lekkernijen die we anders zelden te zien en te eten kregen. Ook heel leuk was het bezoek van mijn meester, die alle klasgenoten langsging en daarna ongetwijfeld doodmoe en enigszins ‘dizzy’ huiswaarts keerde. Maar dat hoorde ik pas jaren later.

Herinneringen aan de eerste communie

Ernst Schölzel uit Etten-Leur

Ik deed mijn communie in 1955 en thuis was er veel aandacht voor de voorbereidingen. Normaal bad vader thuis de gebeden voor en de rest van de familie viel daarna in, maar in de weken voor de communie mocht ik dat doen en dat was een hele eer.

De oefeningen in de kerk gingen gezamenlijk met de andere communicanten. Keurig allemaal in de rij lopend naar de communiebank. Daar moesten we op onze knieën gaan zitten met onze handen gevouwen boven een wit kleed. Op het moment dat de pastoor met de kelk aan kwam, moesten de handen onder het kleed. Na de mis kregen we nog een goed woordje van de pastoor, waarbij elke communicant een plaat kreeg van paus Pius de twaalfde.

Mia Veldman-Willemsen uit Oosterhout

Toen ik in de kerk aankwam, was alles feestelijk versierd me kaarsen en bloemen en er lag een rode loper in het pad. Er waren leidsters die zwaaiden met palmtakken en die brachten ons naar voren, terwijl we zongen: 'Wees welkom, welkom Lieve Heer, die tot ons komt voor de eerste keer. Zie onze ziel is zo verblijd; nu Gij hier in ons midden zijt. Het refrein van dit liedje luidde: Komt, snellen wij hem tegemoet. Wat is Hij schoon, wat is Hij goed. Hosanna, groet met palmen Hem die binnenkomt Jeruzalem.



Foto: Henk Buijks, 2018

Foto: Henk Buijks, 2018

C. Mens uit Breda

Ik weet nog goed dat er ook op doordeweekse dagen wel eens de communie werd gedaan. Dat was in onze tijd heel gewoon. Zelf kon ik ook niet op een zondag terecht. Er was op de zondag dat ik mijn communie zou doen bij ons thuis een kindje geboren. Weer een meisje. We waren al met zes zusjes. Na zo'n geboorte moest de moeder nog dagen in bed blijven liggen. Donderdag was voor mij de communiedag. Maar er kon thuis door omstandigheden niet gefeest worden. Ik werd door een tante opgehaald, maar ik was liever bij moeder thuis gebleven.

H. Hoogendijk-Bontekoe uit Lage Zwaluwe

Ik herinner me het volgende communiegebed: Lieve Jezus toen gij klein waart en pas zeven jaren oud, hebt gij toen altijd bij het bidden uwe handjes gevouwd? Hield gij uw oogjes dan gesloten; heel tot aan het einde toe, dat ge toch maar goed zou bidden net als vader en als moe. Mag ik u ontvangen en zo vroeg en ben ik wel braaf genoeg? Leert gij mij bidden met de oogjes toe. Jezus leer mij u ontvangen. Net als vader en als moe. Gij gaat komen lieve Jezus; schuilend onder schijn van brood. Zo zult gij mijn zieltje voeden. Maak het sterk in deugd en groot!

Mevrouw Verstraten-Lammens uit IJzendijke 

Wij moesten bidden: Ik aanbid u in mijn hartje. 0 wat ben ik nu toch blij. Jezus wil mij nooit verlaten, blijf altijd bij mij. Jezus ik geloof het zeker dat u in die hostie zit. Dat u alles mij wilt geven, zie dat maakt mij zo verblijd. Jezus wil mij ook bewaren. Voor al het grote kwaad. En wilt u mij ook helpen als het een beetje moeilijk gaat. Zegen vader, zegen moeder, zegen allen die ik min. En leid ook ons eens gelukkig allemaal de hemel in. Voor de arme heidenkinderen, dat zij ook gelukkig en blij; u beminnen en u kennen; lieve Jezus zoals wij. Laat mij dikwijls tot u komen. Als het kan ja iedere dag. Dat ik dan in mijn hartje u rein als nu ontvangen kan.

J. van Aart-Van Tillo uit Steenbergen


ingestuurd door Christ van Eekelen

Achter op mijn communieprentje stond dit gebed: Kom in mijn hart o Jezus; ik kan niet buiten u. Mijn zieltje heeft u nodig, verhoor mijn smeken nu. Kom spoedig mij versterken, o levend hemelsbrood. Want zonder u te leven, is voor mijn ziel de dood. Ik ben het wel niet waardig dat gij u geeft aan mij, maar zuiver zelf mijn harte, dan is het van vlekken vrij. En kom dan lieve Jezus, verkies mijn hart tot woon. Ik laat u regeren als koning op uw troon.

G. van Boxel-Dierick uit Dongen

In die tijd was plusfour oftewel een pofbroek in de mode. Mijn zoontje wilde die zo graag. Wij niet! Hij kreeg een matrozenpak. In de kerk zat zijn vriendje naast hem. De enige jongen met een plusfour aan! Of mijn zoon goed geluisterd heeft naar de kapelaan weet ik niet. Bij thuiskomst zagen we zijn teleurstelling. Ze hadden allemaal een plusfour aan, zei hij.

J. van Aart-Van Tillo uit Steenbergen

Ik droeg tijdens de plechtigheid een blauw geruit jurkje met een blauw manteltje, een wit hoedje op en zwarte lakschoentjes met witte kousjes. Als je thuis kwam, kreeg je een witte schort aan en een witte strik in je haar. Dat vond je echt feestelijk.



Communicantjes in Vught, 1944 (BHIC, Fotopersbureau Het Zuiden, fotonummer 1634-009086)
Communicantjes in Vught, 1944 (BHIC, Fotopersbureau Het Zuiden, fotonummer 1634-009086)
Thea van Honk uit Oudenbosch

We gingen zelf met de auto van mijn oom naar de kerk. Dat was wat in die tijd. In je mooie bruidsjurkje en sluiertje en witte kanten handschoentjes liep je heel devoot door het middenpad van de kerk. Je handjes gevouwen voor je kin, de ogen neergeslagen, hoewel ze toch afdwaalden naar de banken. Keken je ouders wel naar je? Zagen je ooms en tantes wel hoe trots je daar liep? Je mocht bij ons in de eerste banken gaan zitten. Wat later was het echt zover. Met kloppend hart naar de communiebank. Daar kwam de priester met de gouden kelk. Tongetje naar buiten en daar was de hostie.

M. Joosen uit Oosterhout

Mijn zondagse broek was nog redelijk en het overhemd van mijn oudere broer zag er ook nog goed uit. Dus omdat ik uit mijn jas was gegroeid, werd er van de textielpunten die tijdens de oorlog beschikbaar werden gesteld een winterjas gekocht. Op de grote dag zat iedereen netjes in het pak of met een mooie blouse aan en daar stond ik apentrots in mijn gespikkelde winterjas.

Mia Veldman-Willemsen uit Oosterhout

De avond voor de grote dag kreeg ik een extra wasbeurt. Nageltjes knippen en dan in een schone pyjama naar bed. De volgende ochtend mooie kleren aan met de lange witte kousen, ja heus met jarretels, want maillots waren nog niet uitgevonden, en de laatste zwarte lakschoentjes. Ik voelde me net een prinses, maar ijdelheid mocht niet in die tijd.

J. Korten-Vriens uit Dinteloord:

Ik werd met een schooljurk die ik elke dag droeg naar de kerk gestuurd, waar geen vader of moeder aanwezig was toen ik en de andere mooie witte bruidjes door de kerk liepen naar de communiebank. Het was als kind voor mij geen feest. Geen mooie jurk en geen strooisel. Kunt u dat verdriet van een communicantje van zes jaar begrijpen?

J. Jansen uit Dinteloord

Buiten wat koekjes en chocolademelk was er niet veel in 1944. Ik weet nog dat ik een kruiwagen, geld, een rozenkrans en een gouden kruisje kreeg. Dat kruisje had ik, zoals ik dacht, veilig opgeborgen op een plank tussen de bedstede. Enkele maanden later werd heel ons huis plat gebombardeerd Gelukkig hadden wij, vader en moeder en vijf kinderen net het huis verlaten. Maar het gouden kruisje was weg.



Eerste communie in Grave (BHIC, Fotostudio Jean Smeets fotonummer  1907-002111)
Eerste communie in Grave (BHIC, Fotostudio Jean Smeets fotonummer  1907-002111)
Rina van Ander-Leeggangers

Ik kreeg een blauw wijwatervaatje en een roze rozenkrans, een communiekerkboekje, een kop en schotel,  een ontbijtbordje en natuurlijk repen chocolade.

Willemien Vreugde uit Breda

Toen ik mijn communie deed, waren er al vier of vijf kinderen. Uiteindelijk zijn het er twaalf geworden. Ik herinner mij al die communies als feesten met de hele familie. Weliswaar kregen wij geen dvd's of computers cadeau zoals mijn neefje onlangs, maar wij kregen dejeuneetjes met engeltjes er op en een kwartje voor in de spaarpot.

Mia Veldman-Willemsen uit Oosterhout

Heel bijzonder vond ik het communietafeltje dat in ons grote gezin met dertien kinderen bij elke communicant tevoorschijn kwam. Er lag een wit geborduurd kleedje over en er stonden een kaars en twee vaasjes op met lathyrus in roze en wit. Die roken heel erg lekker. Op dat tafeltje kwamen ook de cadeaus te staan: Mariabeeldje, kerkboekje, rozenkrans, zilveren ringetje en mooie prentjes.

H. van Eijkeren

Ik weet nog dat ik tijdens die grote dag allemaal vrome geschenken kreeg. Toen onlangs mijn eigen klein­dochter haar communie deed, had ik voor haar een bijzonder cadeau. Ik heb haar een mooi zilveren kruisje gegeven met steentjes. Dat kruisje heb ik zestig jaar geleden zelf van mijn ouders gekregen toen ik als zevenjarige voor het eerst naar de communiebank mocht.

Josine van der Maas-Van Oosterhout

Mijn moeder was een heel goede coupeuse. Dus mijn communiejurk was ruim op tijd pasklaar. Ons moeder had de gesp midden achter laten vallen, omdat dat volgens het model zo moest. In mijn kindergedachten kon dat niet. De gesp moest aan de voorkant zitten. Dat ging echter niet door. De gesp kwam aan de achterkant en ik moest vooral niet zeuren. Ik was verdrietig maar ik dacht: och als ik mijn communie doe, dan heb ik toch mijn mantel aan en ziet niemand die stomme gesp op mijn rug zitten. Dus punt uit en maar niet zeuren en een offertje brengen zodat er weer een zieltje uit het vagevuur verlost kon worden.

Bron van deze herinneringen

Ad Rooms, Het Rijke Roomse Leven: Herinneringen met weemoed en weerzin, Raamsdonksveer 2002-2006

5

Reacties (5)

Steef Pas zei op 20 november 2020 om 16:42 uur

Bij de communie kwam Jezus in je hartje, leerde ik.
Ik heb me dikwijls afgevraagd hoe dat kon. Alle eten ging toch naar je maag of zat er een speciale aftakking naar mijn hart?

Marilou NillesenBHIC zei op 20 november 2020 om 19:29 uur

Ha heel herkenbaar Steef, om als kind heel letterlijk te nemen wat er wordt gezegd. (Toen ik als 8-jarige iemand hoorde zeggen dat je op zoek moest gaan naar de here Jezus, zei ik: "Ooo, maar die ligt gewoon bij ons zolder, bij de kerststal). Dus ik begrijp jouw gedachtegang wel ;)

Rini de Groot. zei op 20 november 2020 om 21:06 uur

In het verhaal 'De Eerste H. Communie' van 21 mei 2013 is het ontbijtbord van een meisje afgebeeld geknield op een groene loper. Het vormt een spiegelbeeld, knielend aan de linkerzijde van het altaar. Op de achterzijde het beeldmerk van de Maestrichtse aardewerkfabriek.

Rini de Groot. zei op 20 november 2020 om 21:19 uur

Tijdens de EHBO les behandelde de Huisdokter uitgebreid het, Hart met al zijn kamers en boezems. Op het einde zijn er nog vragen? Ja zeker dokter, in welke kamer of boezem bevindt de liefde? 'deze komt toch ook van het hart.' Het antwoord heb ik niet gehoord dat ogenblik werd met enorm gelach verstoord.

Louise zei op 27 januari 2022 om 21:31 uur

De 1e communie was voor de katholieke jongens- en de katholieke meisjesschool. De Sint Jan in Waalwijk had een gigantisch plein, daar moesten we op een bepaalde dag oefenen; de jongens stonden rechts en de meisjes links, op grootte; zo ging je als paartje naar binnen, maar eenmaal binnen ging je weer uit elkaar en in het jongens- en meisjesvak zitten.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.