De kleuterschool was gevestigd aan de Theresialaan in Vught. In mijn herinnering moest je door een ijzeren poort en via een breed, door bomen omzoomd pad van wel honderd meter. Het gebouw waarin de school was gevestigd lag in een grote tuin, het linker gedeelte was Montessorischool. Links van de toegangspoort had je een groentewinkel en rechts ervan, ik dacht een fotozaak. De leidster of directrice van de school was mejuffrouw Van Lier, een in mijn beleving knappe (jonge) en grote vrouw.
Mijn oudste zus Ria bracht me die septembermorgen naar school. In de ene hand droeg ik een stoffen zak met mijn nieuwe pantoffeltjes of stoffen omtrekschoentjes en mijn andere hand werd stevig vastgehouden door mijn zus. Zij zat al op de grote meisjesschool, de Theresiaschool, en die stond een honderd meter verderop in de straat. Ik weet nog hoe trots ik was op mijn stoffen zak, gemaakt door Oma P., die eens in de zoveel tijd bij ons naai- en verstelwerk kwam doen. Ik was een jaar of vier-vijf. Het moet dus 1952 of 1953 geweest zijn.
In de school lag een houten vloer, ongetwijfeld parket. Op de vloer was een grote blauwe cirkel geschilderd waarop we moeten lopen en allerlei ‘oefeningen’ moesten doen. Ik weet nog hoe stoer ik was en ik keek stiekem naar de juf, in de hoop dat ze zag hoe goed ik mijn best deed. Kunnen kinderen op die leeftijd al een beetje verliefd raken?
Ieder kind had een tafeltje en een stoeltje. De stoeltjes had je in drie verschillende groottes. De kleinste met een plakplaatje van een muisje erop, de middelste met een plakplaatje met een konijntje en de grootste met een plakplaatje met een giraffe. Deze stoeltjes waren ongetwijfeld voor de grootste kinderen, de zgn. eindejaars!
We droegen soms ook een schortje en dat zal te maken hebben gehad met het soort werkje dat we moesten doen. Moesten we naar het toilet, dan kregen we een rood koord mee dat we buiten aan de wc-deur aan de klink moesten hangen.
We bleven over. Dat hield in, dat we tussen de middag op school ons trommeltje, in mijn geval boterham, een appel of mandarijn en een flesje chocolademelk leegaten en -dronken. Die eerste dag werd ik weer opgehaald door mijn zus. De zak met mijn pantoffeltjes moest achterblijven en daar maakte ik me zeer boos over, zo gehecht en trots was ik aan die stoffen zak.
Foto: De poort waarachter het toegangspad naar de kleuterschool begon, 1977 (foto: Vera Delleman-de Kort; coll. BHIC fotonr. 1923-000609)
Reactie toevoegen