Het vrouwtje dat zo gelukkig was, werd in haar vrijheid gestraft: zij mocht die dagen niet de openbare weg op of een winkel in, en al helemaal niet de kerk bezoeken. Was je vóór het huwelijk zwanger, dan mocht je niet “in het wit” trouwen. In het naburige Zeeland was je dan ‘aangebrand’, een vernedering voor het bruidje en haar ouders. En de Opdracht aan Maria na afloop van de huwelijksinzegening bleef achterwege.
Ons Moeke vertelde, dat zij het zelfs tot tien kerkgangen had gebracht. “Uden 1928, ik wilde de lege melkbussen die terug van het ròmfabriek aan de overzijde van de onverharde weg stonden, ophalen. Mijn schoonmoeder verbood dat, want ik had de Kerkgang nog niet gedaan. Samen hebben we toen met een stok de ròmkanne naar ons toegetrokken.
Mijn zus in de jaren ‘60: “ik wilde, als kersverse moeder, in het gezelschap van ons Moeke en de buurvrouw staande aan het pad voegen, om na de geboorte van mijn eerste kind het ‘moedergevoel’ met de andere moeders te delen. Maar ik werd door ons Moeke teruggestuurd, het zat haar zo ingeprent, ik had mijn Kerkgang nog niet gedaan.” “Zo erg is dat tegenwoordig niet”, suste de oudere vrouw.
Tijdens kerkbezoek heb ik ‘s morgens meerdere malen het ritueel vanuit de kinderbankjes gadegeslagen. Met in de ene hand een brandende kaars, kreeg de moeder een stola in de andere hand gedrukt en werd ze door de geestelijke naar het Maria-altaar begeleid. Dit is de tekst met een afbeelding van de Kerkgang, opgezocht door Jo Geurts in haar Roomse archief:
“Indien een moeder na de bevalling volgens vroom en lofwaardig gebruik ter kerke gaat om God voor haar welzijn dank te brengen en van den priester den zegen vraagt, dan gaat deze met koorhemd en witte stool bekleedt, met een dienaar, die de wijkwast draagt, naar de deur van de kerk. Daar besprenkelt hij de moeder, die buiten den drempel neergeknield is en een brandende kaars in de hand houdt, met wijwater en zegt vervolgens”: lees verder op het prentje.
Na de rituele zegening was je weer rein tot een volgende geboorte en stopte je geld in de geopende hand van de priester.
Een toepasselijke weerspreuk vandaag: schijnt met de Kerkgang van Maria de zon door de toren, komt er evenveel sneeuw en ijs als te voren.
Vóór het huwelijk mocht ‘het’ niet, erna moest ‘het’. Bleef de eerste gezinsuitbreiding, of bij de volgende, te lang op zich wachten, dan kwam de pastoor informeren. Zeg niet: die goeie ouwe tijd: ‘aangebrand’, het met de Erfzonde geboren kind, huisarrest, omdat je in zonde leefde!! Die beschuldigende regels werden niet van boven opgelegd!
Reactie toevoegen