Ze keek vlug even in de voorkamer of er alles goed bij stond en kwam tot de ontdekking dat er geen sigaren meer waren. Vlug liep ze naar de buurvrouw en vroeg; “Jans, heb je voor mij even een sigaar want de pastoor is in aantocht. Dan geef ik die van de week wel terug.”
En ja hoor, haar gevoel was goed. Ze had juist de boodschappen opgeruimd toen ze de pastoor bij de put hoorde roepen: “Is hier iemand thuis?” “Dag mijnheer pastoor, blij om je te zien. Komt er in!” Toen hij eenmaal zat waren zijn eerste woorden: “Ja ik was toch in de buurt, ik dacht ik ga eens even kijken hoe of het hier gaat.” “Hier gaat het goed, maar kan ik je een kop koffie aanbieden?” “Nee dank je wel, mag het soms ook een borreltje zijn? Alstublieft een jonge klare en heeft u graag een sigaar erbij? Nou, ik rook nog, maar als ik zo vrij mag zijn dan bewaar ik hem voor straks.” En hij nam de sigaar aan en duwde hem in zijn sigarenkoker.
“Maar waar ik voor kom en benieuwd naar ben: hoe is het met de kleine? Hoe lang is het nu alweer geleden dat ik hem gedoopt hebt? Zo, zo fijn om te horen en is er al weer iets nieuws op komst? Ja, ik hou het graag bij want hoe meer parochianen er komen, des te beter het is voor de Kerk!” (En voor de pastoor natuurlijk!)
Toen de borrel leeg was en de pastoor weer op de hoogte, vertrok hij naar de volgende parochiaan.
Reactie toevoegen