Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Internaten

In 1955 bestond het Pensionaat O.L.V. van Lourdes in Oerle 100 jaar. Ter ere van deze gelegenheid stond er een artikel hierover in de krant.

Pastoor Swerts, nog maar pas in Oerle aangesteld, had zich er bij bisschop Zwijsen, de stichter van de congregatie van de Zusters van Liefde van Tilburg, sterk voor gemaakt dat zij er een klooster zouden vestigen. En met succes.

Beeldend beschrijft de verslaggever de komst van de eerste drie nonnen, die kwartier kwamen maken: “Enkele dagen na Kerstmis 1854 reed een Brabantse huifkar over de hard bevroren weg van Tilburg naar het Kempense dorpje Oerle. Dicht tegen elkaar, teneinde elkander te warmen, zaten daarin drie Zusters van Liefde. De weg was lang en werd hobbeliger naarmate de kar Oirschot verder voorbij was. Maar noch de koude, noch het ongemak van de lange rit kon het blij verlangen der nonnen naar haar nieuw tehuis temperen. Met haar drieën vormden zij een pionierstersgroepje, dat in het afgelegen Oerle het voorbereidende werk ging verrichten voor de stichting van een nieuw klooster. Dat was op 29 December 1854.

De pastorie werd ingericht als klooster, het koetshuis als school. De pastoor week uit naar een nieuwe pastorie. De eerste overste, moeder Chioma, arriveerde op 11 april 1855, waarmee het klooster officieel van start ging.

Foto: Erfgoedcentrum Ned. Kloosterleven, collectie BM-Z153
Foto: Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, BM-Z153 Beeldmateriaal Zusters van Liefde (Tilburg)

Een vetpot was het aanvankelijk niet: “De eerste nonnen moesten leven van het schamele schoolgeld, dat de kinderen uit Oerle en omliggende dorpjes meebrachten als vergoeding voor het onderricht (…)”,  schreef de verslaggever honderd jaar later. Pastoor Swerts vreesde daarom voor het voortbestaan van het Oerlese klooster. Hij kwam met het plan er een pensionaat aan te verbinden en bracht op 16 juli 1855 ook meteen de eerste “pensionnaire” aan.

Dit initiatief is de redding van het gesticht geworden,” volgens de journalist, “Weldra kwamen er meer pensionnaires en dat betekende de geleidelijke uitbouw van de oude pastorie tot een klooster, pensionaat en school, tot een instelling, welke op de dag van vandaag zich in een uitstekende reputatie mag verheugen. De zusters – er zijn er nu 28 – beschikken thans over een school voor lager onderwijs, een Ulo-school, een VGLO-school en een Fröbelschool.

Toch was toen het einde van de glorietijd al nabij. Het pensionaat is rond 1968 opgeheven.

 

Meer over Internaat O.L. Vrouw van Lourdes

Meer RK Internaten in Brabant

6

Reacties (6)

Mien de Leijer. zei op 18 juli 2020 om 16:39 uur

Mien de Leijer was in Oerle van 1938 tot 1941 ..Ik deed mijn mondeling eindexamen in Woensel .ik heb goede herinneringen aan mijn kostschool tijd.heb altijd tot haar overlijden een Oerlese vriendin gehad..Ook met andere meisjes ben ik nog lang bevriend geweest. Ik ben nu zelf 93 jaren oud. Zijn er nog meisjes=vrouwen die mij gekend hebben? Dat zou heel leuk zijn.

Mariët BruggemanBHIC zei op 20 juli 2020 om 10:33 uur

Ik hoop Mien, dat er inderdaad andere vrouwen zijn die ook hun tijd op deze kostschool hebben gehad en jou nog kennen. Of wellicht zijn er nog kinderen van deze vrouwen die uit verhalen jou zouden kennen. Kun je ons misschien nog wat vertellen over hoe jullie gemiddelde dag er op de kostschool uitzag? En wat jullie bijvoorbeeld in de weekenden deden?

Mien de Leijer zei op 20 juli 2020 om 18:47 uur

Hallo Mariëtte.
Ik sliep op de Maria zaal met ongeveer 20 meiden. We werden gewekt door een roepende zuster en na het wassen en aankleden meteen naar de kapel voor de heilige mis. Een vaste rector deed de mis. Na de mis moesten we ons bed opmaken en daarna ontbijten. Een boterham met beleg, meestal kaas en een droge boterham met grote korst. Na het ontbijt naar school naar de klas. Tussen
de middag warm eten. Daarna wat recreatie en daarna weer leren in de klas. Woensdagmiddag en zaterdagmiddag werd er gewandeld. Om 16.00 werden er boterhammen gegeten waarna in de kapel het rozenhoedje werd gebeden. Van 17.30 tot 19.00 moesten we studeren in de klas. Voordat we naar bed gingen was er nog tijd voor wat recreatie. Om 20.00 gingen we vroeg naar bed. Daar was het stil op wat hoestende en zwaar ademende meiden na.
In de weekenden gingen we een keer per maand, de eerste zondag, naar huis behalve als er in een vakantie viel in een maand.Als we op het internaat overbleven werd er zondagmiddag gewandeld in de gezonde omgeving van Oerle.
Groeten van Mien de Leijer.
Als je geïnteresseerd bent in foto’s uit die tijd dan kan ik die proberen die op te sturen.

Mariët BruggemanBHIC zei op 22 juli 2020 om 10:29 uur

Bedankt Mien, voor je beschrijving van jullie dagen. Het valt me iedere keer op dat er zo'n enorme regelmaat en orde moest zijn. Foto's zouden we trouwens echt leuk vinden om bij dit verhaal te plaatsen. Mocht je ze nog hebben, dan zouden we het zeer op prijs stellen als je ze zou willen mailen naar info@bhic.nl, tav Thijs de Leeuw.

Mieke Witteveen zei op 22 juli 2020 om 15:08 uur

Hallo Mien. Ik wist niet dat jij daar ook op kostschool was geweest, misschien nog met mijn zus Annie, die zat een klas lager dan jij. Zelf ben ik daar twee jaar geweest in 1942 en 1943. Toen kwamen de Duitsers in de school en moesten wij of naar AarleRiksel , maar Annie ging naar Schijndel de mulo afmaken en ik ging naar Amersfoort naar het gymnasium.
Hoe gaat het overigens met jou?
Groeten
Mieke Witteveen van Rooij

Wilhelmina Hees (X met R.R. Düren); toen woonde ik in Leiden zei op 19 mei 2023 om 11:57 uur

Iemand die nog goede herinneringen heeft rond mijn jaren? Wilhelmina Hees; *1942 en op de school gezeten rond de jaren 1958. Ik zat op de ULO, maar had ook kennissen bij de VGLO.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.