

Ging je in de leer bij de zusters, dan betekende dat afscheid nemen van je ouders en afgezet worden bij hun internaat. Je zou in de komende jaren wel een enkele keer terugkeren naar huis tijdens een korte vakantie natuurlijk, maar het overgrote deel van het jaar verbleef je in het Philomenagesticht, dat onderdeel was van het klooster van de zusters.
In Hoogerheide kon je als meisje al op jonge leeftijd bij de zusters terecht, op de bewaar- ofwel kleuterschool. Daarna op de lagere school, en vervolgens op de huishoudschool om te leren wassen en strijken, naaien, koken en ga zo maar door. Je werd gevormd naar het toen geldend ideaal van de vrouw als dienstbode, huishoudster, zorgzame echtgenote en goede katholieke moeder.
Maar daar hield de bedrijvigheid van de zusters niet op. Later openden zij op hun terrein ook een kweekschool. Deze was, samen met een gymzaal, gevestigd in een nieuwe vleugel van het kloostergebouw. En in 1951 begonnen zij een mulo-school, met als leraressen onder anderen de zusters Amalia Wouters, Generosa Santen, Jacqueline ter Beek, Benedictine Vernooy en Regina Zwaanenberg. Schoolhoofden waren Noella Schampers en Emerita van Trier en, in de jaren zestig, Maria van Beurden en Franciscus Janssen.
Welke namen schieten jou weer te binnen? Deel hieronder jouw herinneringen aan het kostschoolleven en vul deze pagina aan!. Foto's zijn ook van harte welkom. Stuur ze naar internaten@bhic.nl en dan voegen wij ze hier toe.
Bron: D. Adriaansen, 'De zusters van J.M.J. en hun verblijf in Hoogerheide en Woensdrecht', Tijding. Kroniek van de heemkundekring 't Zuiderkwartier 19 (1997) 32-43.
Reactie toevoegen