In 1863 is het huis afgebrand. Voor de brand was het in gebruik als woonhuis, zijdefabriekje en winkel. Na de brand werd Landzicht herbouwd in 1871. Vanaf de zomer van 1875 tot 1877 woonden er Trappisten, die uit hun klooster in Mariawald in de Eifel waren verjaagd. Prior Eduard Scheby slaagde erin de voormalige pastorie samen met landerijen in het Riet aan te kopen. Men mag aannemen dat hij op het leegstaande huis was geattendeerd door medebroeder Martinus Brangers, die afkomstig was uit Deurne.
De monniken namen hun intrek in huize Landzicht, terwijl de broeders woonden en werkten op een boerderij aan de westzijde van het Riet. Deze ontginningsboerderij was gesticht en geëxploiteerd door de paters trappisten in de laat achttiende- en vroeg negentiende-eeuwse Peelontginningen ten oosten van Deurne en Walsberg. Huize Landzicht en de ontginningsboerderij lagen drie kwartier lopen van elkaar. Dit bemoeilijkte het kloosterleven.
Toen de situatie in Duitsland veranderd was en de vicaris-generaal in 1877 voor zijn visitatie naar Deurne kwam, hief hij de nederzetting na een diepgaand onderzoek op. Op 4 oktober 1877 verkochten de trappisten het huis en de landerijen. De boerderij is afgebroken.
De huidige boerderij La Trappe op Riet 10 werd in 1878 als belegging gebouwd en herinnert nog aan de trappisten. De monniken en broeders verspreidden zich over verschillende kloosters, waaronder dat in Mariawald, dat pas weer in 1909 tot abdij werd verheven.
In 1887 is Landzicht verbouwd en daarna kende het pand verschillende bewoners. Behalve woonhuis was het tevens politiepost met enkele ingebouwde cellen voor licht gestraften. Het huis is in 1951 verbouwd tot twee woningen en gesplitst in de nummers 59 en 61.
Bron: J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant, Alphen aan de Maas, 2010
Reactie toevoegen