Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Het klooster Eikenburg in Eindhoven

Kloosters

Klooster Eikenburg was het eerste klooster van de congregatie van de Broeders van Liefde in Nederland. Het is in 1894 gesticht op het voormalige landgoed De Heihoef. Hier stond een herenhuis van de erven van de families Van der Beken Pasteel en Smits.

Eindhoven, klooster Eikenburg, 1989. Bron: BHIC, coll. Prov. Noord-Brabant
Eindhoven, klooster Eikenburg, 1989. Bron: BHIC, collectie Provincie Noord-Brabant.

Dit huis werd in 1880 verkocht aan Felix Keunen, die het in 1881 weer doorverkocht aan de paters Redemptoristen die uit Frankrijk gevlucht waren. Ze vestigden er een noviciaat. In 1885 kwam er een houten kapel in neoromaanse stijl.

In 1894 verkochten de paters het huis aan de Broeders van Liefde uit Gent, die het op 15 oktober in gebruik namen als juvenaat. Van het huidige gebouw is de langsvleugel uit 1895 het oudste gedeelte, in 1908-1910 is hij verlengd. De rest van het oude huis werd gesloopt toen de Belgische architect A. van de Vijvere aan de achterzijde een dwarsvleugel toevoegde in de stijl van de bestaande bebouwing. Deze toevoeging is bij de restauratie in 1974 verwijderd.

In 1923 en 1925 zijn haaks op de uiteinden van deze voormalige dwarsvleugel  twee nieuwe vleugels gerealiseerd, naar ontwerp van architect H.C. Bonsel, die in 1924 ook de kapel bouwde in het centrum van het U-vormige complex. Een jaar later bouwde hij twee nieuwe dwarsvleugels.

Van 1988 tot 1992 werkten de Kleine Zusters van Sint Joseph in het klooster. Ze woonden in een van de paviljoens.

Eindhoven, Sint-Jorisbeeld bij klooster Eikenburg, 1989. Bron: BHIC, coll. Prov. Noord-Brabant
Sint-Jorisbeeld bij klooster Eikenburg, 1989. Bron: BHIC, collectie Provincie Noord-Brabant.

Nog in 2001 werd er een broederhuis geopend, een gebouw van architect A. Oomen uit Breda. In een van de paviljoens is sinds 2002 het Hospice De Regenboog van de Stichting Sint Annaklooster gevestigd. De Broeders van Liefde hebben op het terrein een nieuw kloosterverzorgingshuis voor hun bejaarde broeders gebouwd.

Eikenburg heeft in de huidige vorm een U-vormig hoofdgebouw. De oudste vleugel heeft haakse zijvleugels gekregen, die worden voorafgegaan door een dwarsgeplaatst paviljoen. Tussen de armen van de U ligt de kapel. De voorgevel van het oudste gebouw bevat nissen met daarin beelden van de H. Aloysius en de H. Gerardus Majella. De hoofdingang heeft een monumentale omlijsting met een madonnabeeld. De oude lange vleugel heeft een classicistisch karakter.

De kruisvormige kapel heeft een tegeltableau van de gekruisigde Christus in de gevel. In de kapel en de vleugels worden traditionele en expressionistische elementen gecombineerd. In de tuin was een Lourdesgrot. Voor het complex staat een beeld van Sint Joris met de draak,  in 1909 vervaardigd door J. Custers in neogotische stijl.

Bron: Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.

35

Reacties (35)

Rinie Vugts zei op 30 september 2018 om 16:17 uur

Onvermeld is dat het complex door de Broeders van Liefde werd gexploiteerd als internaat of kostschool voor ca. Jongens. Met inbegrip van klas 4,5 en 6 lagere school en 4 klassen Mulo. Het complex werd omgeven door allerlei hoogwaardige sportterreinen en faciliteiten voor de 2-300 leerlingen die intern verbleven. Tegen de jaren 70 kwamen er externe leerlingen, inclusief meisjes op Eikenburg en vestigde ook het Joris College zich op het terrein. Het internaat heeft tot begin deze eeuw als een van de laatsten in Nederland stand gehouden. Helaas staat internaat Eikenburg ook te boek als een van de brandhaarden van sexueel misbruik door religieuze jeugdhulpverleners.

Marilou NillesenBHIC zei op 1 oktober 2018 om 10:42 uur

Belangrijke aanvullingen, Rinie, dank daarvoor. Ook voor het vermelden van de donkere kant ervan, die net zo goed deel uitmaakt van de geschiedenis van dit klooster.

Jeroen van Dijk zei op 4 oktober 2018 om 21:58 uur

Eikenburg is ook voor mij een begrip.
Zelf heb ik er niet gezeten maar wel mijn vader en enkele van zijn broers.
Het was rond 1900 een kostschool voor jongens uit het "betere miljeu".
Mijn vader en zijn broers waren zonen van een Wolfabrikant in Tilburg. Er waren ook nog 3 zussen, waarvan twee later in Maariengaarde te Tilburg door een vliegende bom in de kapel tijdens de mis zijn omgekomen.
De ouders van dat fabrikantengezin zijn zeer jong gestorven waardoor de jongens in Eikenburg ondergebracht werden.
Het ligt voor de hand dat de jongens daar tot religieusen opgevoed zijn.
Zo is Gabriêl pastoor-deken van Schijdel geworden, Louis, pastoor in Eindhoven van de parochie Gestel en Jan Vader Overste van krankzinnigengestichten in België.
Zelfs mijn vader was als Broeder geprofest maar heeft samen met zijn broer Kees het Broederleven tijdig voor de eeuwige geloften verlaten.
Tevoren stond mijn vader en zijn broer Kees "gekleed" voor de klas in Turnhout.
Dat was maar goed ook, want mijn vader heeft nadien 15 kinderen en "ontelbare " nazaten voortgebracht waarvan ik Jeroen, de jongste van de 15 ben, geboren in 1943.
Die fabrikantenfamilie alsmede die van mijn moeder stammen van het "Goirke" te Tilburg.
De erfenis van die (rijke) fabrikant kwam, zoals dat de gewoonte was bij de Broeders van Liefde terecht zodat ik er niets van gekregen heb. (helaas)

Marilou NillesenBHIC zei op 6 oktober 2018 om 21:17 uur

Bedankt voor je indrukwekkende bijdrage, Jeroen. Bijzonder om je familiegeschiedenis zo te lezen, afgezet tegen de achtergrond van het rijke roomse leven. Met alle gevolgen die dit met zich heeft meegebracht.

Ken je trouwens deze wikipagina van onze Tilburgse collega's over het Goirke?
http://wiki.regionaalarchieftilburg.nl/%27t_Goirke

Jos Driessen zei op 23 december 2018 om 21:26 uur

Begin jaren 60 bestond er alleen een lagere school voor de klassen 5 en 6. Na de 6e klas kon je dan naar de Mulo op Eikenburg zelf of naar een andere opleiding elders. In mijn tijd daar is het buitenzwembad aangelegd. Rijkswaterstaat was bezig de A2/A67 verhoogd aan te leggen en moest ophoog zand hebben en de broeders wilden een zwembad/visvijver. Dus ontstond er een afgraving, het latere zwembad en vis en roeivijver.

Hilde JansmaBHIC zei op 2 januari 2019 om 13:39 uur

Dat klinkt als een goede regeling tussen Rijkswaterstaat en de schoolleiding. Heb je veel gebruik mogen/moeten maken van het buitenzwembad?

Jos Driessen zei op 2 januari 2019 om 15:05 uur

Het was in feite één grote zandbak, en als je ging zwemmen dan wilde je wel dat er eerst wat zon overheen gegaan was. Vergeet niet dat er ook in gevist en geroeid werd. Klassikaal zwemmen deden we op woensdagen waarbij we groepsgewijs van Eikenburg naar het sportfondsenbad (Stratumsedijk) LIEPEN, ca 3 km.

Mariët BruggemanBHIC zei op 2 januari 2019 om 21:36 uur

Het buitenbad werd dus goed gebruikt! Was het sportfondsenbad meer een echt zwembad?

Jos Driessen zei op 2 januari 2019 om 21:48 uur

Het gebruik van het buitenbad werd toen nog matig gebruikt. Het sportfondsenbad is een beetje vergelijkbaar met het ir. Ottenbad maar dan veel kleiner. Dit bad is jaren geleden droog gezet en kreeg een andere bestemming. Mogelijk is het later zelfs afgebroken.

Hilde JansmaBHIC zei op 3 januari 2019 om 10:12 uur

Was dit het sportfondsenbad waar jullie gingen zwemmen? https://www.eindhoveninbeeld.com/photodetail.php?id=179

Jos Driessen zei op 3 januari 2019 om 11:40 uur

Klopt, dat is m. Volgens mij op de 1e etage. Één 25 mtr bad aflopend naar 2mtr of zo, en in een aangrenzende ruimte haaks op het 25 mtr bad had je een instructie-bad tot 1,20mtr of zo.

Mariët BruggemanBHIC zei op 4 januari 2019 om 11:33 uur

Ik hoor dat je er vaak geweest moet zijn Jos!

Jos Driessen zei op 4 januari 2019 om 12:41 uur

Ik heb 2 jaar op Eikenburg (intern) gezeten; ik zat de 5e en 6e klas daar op de kostschool. Dat heette destijds pensionaat Eikenburg. Overigens heb ik nooit iets gemerkt van misbruik door broeders of wie dan ook. Voordat je vrijdag's op weekend kon gaan moest je met de groep douchen. Daarvoor had je een kleine douche ruimte met een klapdeur of zo. In die ruimte liep een broeder rond (wij noemde hem De Ziekenpil omdat hij de ziekenboeg bestierde. Deze oude broeder droeg een witte plastic schort tegen het opspattende douchewater. Hij kwam in alle douche hokjes en zeepte je helemaal in met een grote spons, een karweitje van een minuut of zo. Hij was de enige -zover ik weet- die je naakt had gezien. Deze broeder echter treft geen enkele blaam en was een integere broeder.

Hilde JansmaBHIC zei op 8 januari 2019 om 13:29 uur

Fijn dat je zelf geen misbruik hebt meegemaakt, en goed om te horen over zo'n integere broeder. Waren die twee jaren kostschool voor jou verder een leuke tijd?

Jos Driessen zei op 8 januari 2019 om 16:18 uur

Nou, niet echt. Als zoon van een onderwijzer aan de lagere school viel je in het niet bij jochies die b.v. zoon waren van een fabrikant, of arts/specialist, ambassadeur of een ander goed vrij beroep. Alles werd afgemeten langs de lat van de welstand. En op die leeftijd zijn kinderen hard tegen elkaar.

Hilde JansmaBHIC zei op 9 januari 2019 om 09:12 uur

Dat moet wel heel lastig zijn geweest... Jammer dat zoiets je schooltijd overschaduwd.

Ruud Verberne zei op 3 juni 2019 om 15:00 uur

Ook voor mij is Eikenburg een begrip. Ik heb er intern de 5e en 6e klas doorgebracht, het eerste jaar om de twee weken naar huis, het tweede wekelijks. In de weekenden werd er altijd wel iets extra's gedaan (keuken, ijs in de zomerdag!) of georganiseerd (films in de theaterzaal, wandelingen op de zondagochtend).
Ik trof het ook met een zeer bij het onderwijs betrokken broeder in de 6e klas: met een 3-tal anderen die regelmatig hoge punten haalden kregen we na de reguliere lessen -op vrijwillige basis- extra uitdaging aangeboden in de vorm van breder, vnl. op cultuur, aardrijkskundig en historisch gericht onderwijs. Voor mij heerlijk, achteraf bezien een mooi stukje maatwerk!
En als je al een enkele keer ziek was werd er door broeder Pil goed voor je gezorgd (aandacht en zorg!).
Er was ook een rijk aanbod aan boeken, dat stimuleerde toen de geest.
Verschil in rangen of standen thuis heb ik echter met de andere internen nooit zo ervaren.
Wel enkele trieste ervaringen met elkaar gedeeld (kinderen van wie de ouders uitgezonden naar verre landen als Jamaica en die ze dus alleen in de grote vakantie en soms ook met Kerst/Nieuwjaar zagen, een kind waanvan de ouders scheidden), maar geen misbruik -daar hoorde ik pas veel later van, dat dit ook in 'mijn' tijd had plaatsgevonden. In-triest hoe dat levens heeft getekend en kapotgemaakt.
Veel sport buiten klassikaal gym, goed voor de fysieke ontwikkeling, vooral veel voetballen, soms tussen de koeienvlaaien door, wandelen, zwemmen (de wekelijkse gang naar het sportfondsenbad in de koelere periode, maar 's zomers bij lekker weer bijna dagelijks in de zwem-/roei-/visvijver). We hadden niet ver van de vijver in het bos na een woest partijtje vlag veroveren de gelegenheid te baat genomen om in enkele weken een heel gangenstelsel aan te leggen - helaas voor ons hadden de broeders dat in de vakantie weer dicht laten gooien - begrijpelijk, vanwege de risico's, die wij toen natuurlijk helemaal niet zagen...
De jaarlijkse sportdagen en een jaaruitje met de bus naar Valkenburg en de Wilhelminatoren staan me ook nog helder voor ogen.
Ik heb er -als enig kind- in elk geval een fijne tijd doorgebracht, met een hele bende speelkameraadjes en een mooie basis voor de overgang naar de middelbare school.

Anita Mocking zei op 16 juli 2020 om 21:45 uur

Mijn oom was broeder in dit klooster. Broeder Joop (Vitalis) Stooker , geboren in 1938 en geprofest in 1960. Lange tijd (70-er jaren) in de missie gezeten, Papoa Nieuw Guinea. Na die tijd op Eikenburg les gegeven en veel voor de congregatie gedaan. Ik kwam als kind veel op Eikenburg en logeerde er en mocht overal gebruik van maken. Vooral onze familiebezoekjes, wandelingen op het terrein, in de kapel, de keuken en de paviljoens zijn me erg bijgebleven. En gekke liedjes spelen op het orgel in de kapel. Alles kon. Mijn oom heeft ook het geitenweitje opgezet. 2 geitjes heeft hij vernoemd naar mijn zoon en dochter. Vandaag was ik er weer even. Heb zijn graf bezocht. Hij is in 2008 overleden. Nooit zal ik die goede en leuke tijd vergeten.

Mariët BruggemanBHIC zei op 20 juli 2020 om 09:09 uur

Bedankt voor je mooie bericht over je oom. Wat zul jij uit hebben gekeken als kind naar jullie verblijven op Eikenburg. En wat grappig dat de geitjes zijn vernoemd naar jouw kinderen. Ik zag jouw oproep over herinneringen aan je oom bij een ander verhaal op onze website over Eikenburg, hopelijk levert dat nog leuke reacties voor je op.

Bob Exler zei op 26 november 2020 om 17:32 uur

Ik zat op Eikenburg van 1965-1966 laatste klas van de lagere school. Broeders Kusters was onze leraar, een aardige man op oudere leeftijd. Broeder Andreas ging over ons Pensionaat. Nadat mijn post regelmatig verdween hebben mijn ouders besloten om me over te plaatsen naar Internaat Eymar Ville in Stevensbeek. Het was een heel goede beslissing. Vond Eikenburg maar een vreemde toestand. Wat later ook is gebleken.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 30 november 2020 om 08:51 uur

Dank voor je reactie Bob. Ik maak daaruit op dat je ook een betere tijd hebt gehad in de 'jongensstad' van de paters Sacramentijnen in Stevensbeek. We hebben ook voor dat internaat trouwens een pagina: https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/jongensinternaat-joseph-protecto…
Kun je misschien nog wat vertellen over die overstap, de verschillen tussen deze internaten?
Welkom op de site en we zijn benieuwd naar je verhalen.

Bob Exler zei op 2 december 2020 om 21:42 uur

Thijs dat klopt inderdaad. Het was een groot verschil. Ook het eten was stukken beter dan op Eikenburg. Ik vond de Paters op Eymar-Ville vriendelijker, beschaafder, intelligenter, more civilized dan de zgn. Broeders van Liefde. Hoe ze aan die naam waren gekomen is me steeds nog niet duidelijk. Het leukste van Eikenburg was dat we iedere andere Zondag naar PSV konden. Wel een behoorlijke trip lopend naar het stadium dan bijna drie uur staan en dan weer lopend terug. Het mooiste van Pensionaat Eikenburg was de laatste trein van Eindhoven naar Rotterdam mijn geboorte thuis stad.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 7 december 2020 om 11:01 uur

@Bob: die wedstrijden vroegen dus niet allleen bij de voetballers om een beste conditie! : ) De internen van zowel Eikenburg als Eymard-Ville zullen ook zelf wel heel wat hebben gevoetbald en andere sporten hebben gedaan op de eigen speelvelden of niet? Was er dan nog een vaste voetbalbroeder/pater?
Fijn dat je nog meer wilde vertellen en graag tot ziens!

Marianne Morsink zei op 18 maart 2021 om 13:59 uur

Goedendag,
Ergens halverwege de jaren 50, gingen we met mijn moeder en een2 tantes naar Pensionaat Eikenburg omdat er een uitnodiging was gekomen van het Pensionaat voor een jubileums feest van een broeder de wij Argapitus noemden, af en toe kwam deze (half) oom logeren, hij was nogal verwend en wist de diverse familie logeeradressen behoorlijk tegen elkaar uit te spelen. Maar die dag, ik vermoed dat het om een 25 jarig jubileum ging, werden wij verwend zoals we in die dagen nog nooit hadden meegemaakt. We arriveerden per trein en kwamen aan na de Mis, denk ik. Er was een groots opgezette receptie waarbij alle zelfgemaakte versieringen van grote gekleurde bloemen versierd waren met echt sigaren, overal kwam die versiering terug. Er was een overheerlijk diner, en in de middag was er een cabaret gezelschap uit België in een theaterzaaltje. Na afloop wandelden we door de mooie tuin waar bij de keuken een vrolijke broeder ons toonde hoe hij ijs maakte. Ik kreeg het grootste ijshoorntje ooit in mijn hand gedrukt, dat ik helemaal niet op kon en heb het ergens op een vensterbank gedrukt, daar schaamde ik me wel voor. Toen er bij terugkomst een lopend buffet klaarstond, dat er overheerlijk en schitterend uitzag, heb ik alleen mensen rond dat buffet zien lopen, niemand at ervan, zo overvloedig was het middagmaal geweest. In de avond was er een liedjesprogramma maar dat gedeelte is vaag voor mij. We sliepen die nacht bij familie en mijn broer bleef slapen in het pensionaat. Toen we hem de volgende dag kwamen halen zagen we tennisbanen en ook een zwembad, dat leek me geweldig maar mijn broer wilde veel liever naar huis, toen de broeder hem vroeg of hij wilde blijven. We kregen opnieuw een smakelijke maaltijd en de herinnering aan het luilekkerland van 1 dag leeft voort. Onze oudoom is in de jaren 60 verongelukt door een val van een stations trap, gestruikeld over zijn pij. De man heeft jaren in België gewerkt met psychiatrische patiënten, tegen kost en inwoning, dus dat feest was hem gegund. Tijdens opruimwerkzaamheden heb ik van een mij onbekende broeder een feestgids gevonden voor een zilveren kloosterfeest van een broeder Maturus, in 1950. Er staat een fotootje voorop van een vriendelijke broeder . Hij heeft in Indonesië gewerkt, op Java, en is in de oorlog in een kamp van de Jappen terechtgekomen. Over die tijd is er een feestlied gemaakt op de melodie van "Lustig ist das Zigeunerleben". Het taalgebruik over die tijd en over de Javaanse bevolking geven enigszins een beeld over hoe weinig bewust men in die dagen nog was over een kampverleden en de inheemse bevolking. Is er een archief waar men daar evt. belangstelling voor heeft, dan bewaar ik het en stuur het op.
Met vriendelijke groeten: Marianne

Bob Exler zei op 18 maart 2021 om 15:10 uur

Thijs op Eikenburg was Broeder Andreas meestal de voetbal Broeder. Daar werd erg veel gevoetbalt en getrained na de klas en in het weekend. We speelde regelmatig bij de Augustijnen uit wedstrijden. Op Eymard Ville werd ook veel gevoetbalt daar waren Pater van Dartel en Pater van Mill en Pater Wouters de voetbal Paters. Het ging er soms hard aan toe. Vooral bij uit wedstrijden we speelde veel tegen boeren jongens in de kleine omringden dorpen. Die deden letterlijk alles om te winnen Andere sporten in Eymard Ville waren zaal voetbal, tennis, hockey, zwemmen en paard rijden in San Anthonis door de mooie bossen daar.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 19 maart 2021 om 09:48 uur

@Bob: mooi zeg van die herinneringen, juist ook die wedstrijden waarin het hard tegen hard ging. Zal voor veel leerlingen fijn zijn geweest dat daar ook de ruimte voor was, lekker veel bewegen en dan in zo'n omgeving.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 19 maart 2021 om 10:21 uur

@Marianne: veel dank voor jouw bijdrage, een beeldende beschrijving van die ene dag "luilekkerland". En wat een bijzonder document dat je hebt gevonden. Omdat het zo duidelijk aan een religieuze congregatie is verbonden, denk ik dat je daarmee het beste eerst het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven kunt benaderen. Zij bewaren niet het archief van de Broeders van Liefde bewaren; dat ligt nog bij de congregatie zelf: https://broedersvanliefde.be/archief-broeders-van-liefde). Maar het erfgoedcentrum kan wel een goede inschatting maken van waar dit document het beste op zijn plaats is, omdat zij wel ervaring hebben met het type document en context. Contactgegevens vind je hier: https://www.erfgoedkloosterleven.nl/contact/contact.html Ik ben dan wel benieuwd of zij het zelf willen onderbrengen, of je toch naar het archief van de Broeders verwijzen.

Jan Smulders zei op 28 september 2023 om 23:38 uur

Ik ben in 1962 en 1963 intern gegaan naar het pensionaat Eikenburg. Wekelijks ging ik met de bus of fiets van en naar mijn thuis in Vessem. Eigenlijk heb ik er best lol gehad en weinig gestudeerd. Ik herinner me nog enkele broeders: broeder Lucas, Chrisolius, Tatianus, Anselmus. Het warme eten was niet echt 'haute cuisine'. Rode kool bestond uit hele bladeren, frites werd niet gebakken maar gestoomd. Wanneer je één steeltje omhoog trok, trok je de hele schaalinhoud omhoog... Op de slaapzaal, waar een broeder nachtwacht was, gingen we op een nacht op een teken allemaal tegelijkertijd voor de wc's staan, zeiden dat we niet meer konden ophouden en hebben en masse de wastafels gevuld. We hebben een ondergrondse gas- of olietank laten ontploffen, door toiletpapier in de bovengrondse buis te proppen en aan te steken. In pyama werd regelmatig snoep en sigaretten ingekocht bij restaurant Eikenburg aan het begin van de toegangspoort van het pensionaat. Dat kon aan het einde van de week met winst worden verkocht. Ik meen dat we eens per week een sigaretje mochten roken. Van misbruik is mij uit die periode niets bekend.
We hebben zelfs een keer een aap uit Animali op de slaapzaal gehad. Op één groepsfoto herken ik diverse medestudenten, maar sta daar zelf niet bij. Ik heb nog ergens een foto in huis waar ik wel op sta, maar dan met een burger leerkracht, mijnheer van Delft.

Jos Driessen zei op 30 september 2023 om 11:39 uur

Het verhaal van Jan Smulders gelezen en wat me niet bijstaat zijn gestoomde frietjes. Elke zondagavond als we van ‘t weekend weer daar kwamen dan was er in een hal bij de keuken friet en n snack te koop en dat waren gefrituurde frieten en het was daar altijd stervens druk met leerlingen. Ik heb daar ook gezeten dacht 1962/1963. Ken alleen niet zoveel namen meer. In de vijfde klas hadden we een jonge broeder die zelf een orgel had gebouwd met houten pijpen. Een andere broeder had een grote collectie vlinders.
Chrisolius en Anselmus zijn namen die me bekend voor komen zonder dat ik weet wat ze deden. De ziekenbroeder noemden we de ziekenpil en daar gingen we geregeld drop oid halen.

Jan Smulders zei op 30 september 2023 om 17:16 uur

Anselmus was één van de 2 (jonge) broeders, die te vinden waren in de 2 paviljoens, waar we recreërden.
Nemen van leerlingen, die me zo te binnen schieten: Ad Borrenbergs, Teddy Zwegers, Hans Vogels, Henk Sleven, Theo Effting, Jos Staadegaard.

Jos Driessen zei op 30 september 2023 om 23:41 uur

Namen weet ik niet veel meer; Van de Velden (specialist Eindhoven); Van Gaal ( aannemer Nijmegen); Van de Made 2-ling (ambassadeur oid); Corne Jegens ( schipper);
Willems (schoenwinkel Bergeijk); Mutsaerts ( kinderwagens).
Heb ook nog pianoles gehad in het Mulo gebouw onder bij de sportvelden.
Wat ik me ook goed herinner zijn de boterhammen die ‘s middags in n houten bak lagen en je kon ophalen; de boterhammen met pindakaas waren n ramp, want er zat geen boter op dat brood maar alleen die droge pindakaas; dat was knauwen.
Ook heb ik het zoveel jarig bestaan meegemaakt van Eikenburg.
Ook was er op n zeker moment de mogelijkheid om TV te kijken. Geen gewone
TV maar n kast van 1,2 mtr en ca 70 cm breed
en aan de voorkant een lens die TV projecteerde op n scherm.

Rinie Vugs zei op 1 oktober 2023 om 00:19 uur

De frites werd wel degelijk gefrituurd. Ik herinner me een frites-loze periode omdat de frituurpan stuk was en m de reparatie op zich liet wachten.
Voor snoep hoefde je in mijn tijd -1966-69- geen omweg te maken naar het hotel. Iedere groep had een snoepkast die dagelijks open ging en waar je snoep kon kopen bij de groepsleider. Later plaatste Jan Patat -de cafetariahouder op de roostenlaan zelfs snoepautomaten op Eikenburg

Jan Smulders zei op 1 oktober 2023 om 00:25 uur

Die luxe heb ik daar niet gekend in mijn tijd. En snoep kopen op Eikenburg zelf kon toen ook niet. Ik ben alleen kwijt, hoe de twee laagbouwpaviljoens heetten. Ze hadden allebei een naam.

Jan Smulders zei op 1 oktober 2023 om 00:38 uur

O ja, ik herinner me nu ook broeder Sigisbertus, die les gaf. Ik meen Frans. En broeder Chrisolius was een soortement directeur. Hij had strak naar achteren gekamd zilvergrijs haar. Hij was zó streng, dat er zelfs geen haar op zijn hoofd zich durfde te bewegen..... En een klasgenoot heette Theo Rothengarten, die me ooit met een pistool een loden bukskogeltje tegen mijn voorhoofd schoot en daar een blauwe plek veroorzaakte. Honkbal was een geliefde sport tijdens gym. Kunst was om de bal zó hard het achterliggende bos of struikgewas in te slaan. En dan maar zoeken tot de les voorbij was.

Rinie vugts zei op 1 oktober 2023 om 09:21 uur

De namen van de paviljoens waren Heihoef en Oase

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.