Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

De Hof van Eden

Na de lagere school ging ik naar het Klein Seminarie in Uden: “Het College van het Heilig Kruis”, “Collegium Sancti Crucis” in het Latijn. Ik had daar zulke interessante verhalen over gehoord, dat ik daar zonder meer naar toe wilde.


Het College van het Heilige Kruis in Uden, waaronder de "koer" en de kloostertuin

Dat het een priesteropleiding was maakte geen indruk. Met dat soort hogere doelen in het leven hield ik me op die heerlijk naïeve leeftijd niet bezig. Ik wilde sporten, biljarten, in de winter schaatsen op de koer, op kamp in de zomer, Latijn en Grieks leren. Ik vond het prachtig.

In mijn eerste jaar was ik een bedeesd en braaf jongetje dat zich uitstekend aanpaste aan de heersende mores. En mores leerden die paters ons wel! Het was behoorlijk streng, maar als je de onderdrukking deelt met zoveel jongens, valt het allemaal best mee. In mijn tweede jaar veranderde ik in een kereltje dat de grenzen opzocht. Niet langer waren de muren met ingemetselde glasscherven en drie naar binnen gekeerde prikkeldraden genoeg om mij gevangen te houden. Toen ik binnenkwam, was het college een klein paradijs. Zoals Adam zich liet verleiden door Eva, zo liet ik me verleiden door de wereld buiten de muren van de school.

De eerste keer dat ik de vrijheid opzocht klom ik achter op de koer over de met ijzeren punten uitgeruste poort, die slechts openging als we op het voetbalveldje gymles hadden van Tom Prosee, van wie ik heb leren speerwerpen zonder speer en polsstokhoogspringen zonder polsstok, vanwege de risico’s. Ik heb die klimpartij er goed vanaf gebracht: heb nog drie kinderen verwekt, niet als priester natuurlijk, maar als afvallige. Ik ben naar de frituur van Klotz gelopen heb voor een kwartje friet en een stuiver mayonaise gekocht. Da’s andere klets dan die tot snot gekookte aardappelen uit het internaat. Maar vooral deze verzetsdaad bepaalde de smaak van mijn patatje. Toen ik terug klom over de poort – weer zonder kleerscheuren en klootverliezen – stonden vriendjes mij op te wachten. De lof die ik oogstte smaakte naar meer.  

Ik had al eens over de muur van onze cour gekeken en zag dan de prachtige kloostertuin van de paters. Er waren bloemen, groenten en een boomgaard. Wat waren die appeltjes verleidelijk!  Ik snap best dat Eva verlangend naar die bellefleuren keek in De Hof van Eden. Adam keek liever naar Eva’s bellefleuren, maar dat terzijde. De slang die haar verleidde waren gewoon haar eigen (verboden) verlangens. En zo was het ook voor mij. Met een compagnon en twee weekendtassen klommen we na het avondmaal en de verplichte studie over de muur van onze koer. We hebben onze tassen vol geplukt. Missie geslaagd.

Maar….wat doe je met misschien wel veertig kilo appels? Die kun je niet zelf opeten, toch? We deelden de buit met onze vriendjes, die we oplegden er met geen woord over te spreken. Zo ver, zo goed. Weer een succesvolle daad van verzet tegen de beperkingen van het systeem.

Ergens is het fout gegaan. Waarschijnlijk hebben we een aantal klassieke fouten gemaakt. Ten eerste is het verbod om met wie dan ook te communiceren over zo’n heldhaftige verzetsdaad vragen om problemen. Op de tweede plaats hebben we veel te veel appels uitgedeeld, terwijl we nooit zoveel appels konden bezitten als giften van onze ouders. Misschien ook zagen de paters dat er verrassend veel appels verdwenen waren. Het kan ook nog zo zijn, dat onze chambrettes, slaaphokjes van triplex zonder plafond en een gordijntje om nog enige privacy te hebben, sterk begonnen te ruiken naar overrijpe appels. Wisten wij veel.

Naast enkele andere “vergrijpen” tegen het bewind heeft deze actie er mede voor gezorgd dat ik uit “De Hof van Eden” - voor mij steeds meer een gevangenis - ben verjaagd. De uitdrijving was verschrikkelijk, maar uiteindelijk mijn bevrijding.

Klik hier voor het vervolg

6

Reacties (6)

Marilou NillesenBHIC zei op 17 juni 2020 om 19:02 uur

Dag Cor, wat een prachtig verhaal over jouw 'Hof van Eden'; ik heb het met enorm veel plezier en verwondering gelezen. En met die laatste zin raak je volgens mij iedere lezer: erg imposant.

Dank voor het delen!

Cor Dekkers zei op 18 juni 2020 om 00:05 uur

Die laatste regel spreekt boekdelen.

Marilou NillesenBHIC zei op 18 juni 2020 om 16:49 uur

In die ene zin schuilt eigenlijk weer een heel verhaal ;)

C. Groenendaal zei op 20 juli 2020 om 21:59 uur

Het appelverhaal vind ik prachtig.

C.Groenendaal zei op 20 juli 2020 om 22:22 uur

Heb ook genoten van het interview van Ab Vink.
Ik ken hen van mijn schooltijd. Ook de namen Harrie Brouwers (St Agatha) en Willy Brouwers (Uden) zijn mij bekend.
Mijn kinderen hebben op het Udens College muziekles van Ab gehad.
Hij was inderdaad een goedlachse mens met humor

Mario van der Linden zei op 1 augustus 2020 om 08:56 uur

Prachtig verhaal Cor. Voor ik bij de Kruisheren kwam heb ik een jaar intern op Beekvliet gezeten met soortgelijke herinneringen. Na dat eerste jaar mocht ik als externe naar Uden, de eerste groep externen toen (als ik me goed herinner). Na de vijfde ben ik ook van school gestuurd. Met heel veel plezier en herkenning gelezen.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.