Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Paters & Nonnen

In 1857 vroeg Gerhard Dall, pastoor van de Sint Georgiusparochie in Thuine (Duitsland), de Barmhartige Zusters van het Heilig Kruis in Straatsburg om hulp bij de verpleging van zieken. Hij was met twee van die zusters, zuster Marianne en zuster Anselma (geboren als Pauline Bopp) in contact gekomen, toen ze in zijn regio geld aan het inzamelen waren.

Franciscanessen van Denekamp, ca. 1965. Bron: KDC, 2B01411De congregatie ging in op het verzoek van de pastoor, de zusters kwamen en al spoedig breidden hun werkzaamheden zich uit naar verwaarloosde en ouderloze kinderen, lager- en huishoudonderwijs en hulp aan bejaarde mensen. In 1860 stond er een klooster voor de zusters in Thuine, dat in 1869 losgemaakt werd van het moederhuis in Straatsburg en daarmee de geboorteplaats werd van een nieuwe congregatie.

Op 25 november van dat jaar legden zuster Anselma en drie medezusters de geloften af op de Regel van de Derde Orde van de H. Franciscus. Zuster Anselma (1835-1887) wordt beschouwd als stichteres. Als  Moeder Anselma was zij de eerste Algemeen Overste van de congregatie, die de naam Franciscanessen van de H. Martelaar Georgius kreeg.

In 1874 telde de nieuwe congregatie 42 zusters en bood ze onderdak aan 120 kinderen. Vanwege de Kulturkampf in Duitsland namen de zusters in 1875 de wijk naar Nederland. Zij vestigden zich niet ver van de Duitse grens in een gehucht bij Denekamp (Overijssel). Met kleuters aan het ontbijt, 1965. Bron: KDC, fotonr. 2B1414.Daar ontwikkelde zich een bloeiende tak: in 1935 had de congregatie 20 huizen en 345 leden, in 1960 was dat toegenomen tot 30 huizen en ongeveer 600 leden.

De Regel van de Zusters Franciscanessen van Denekamp bevatte oorsponkelijk ook een ‘altijddurende aanbidding’, maar dit werd teruggebracht tot dagelijkse aanbiddingsuren ‘s morgens en ’s middags.

Vanaf 1920 waren zusters actief in Japan (Sapporo) en vanaf 1923 in de Verenigde Staten van Amerika (Alton). Niet duidelijk is hoe groot het aandeel van Nederlandse zusters in deze missies was.

Vanaf 1932 waren er zusters actief in het missiegebied van de Priesters van het H. Hart van Jezus op Sumatra. Deze nieuwe taak was speciaal toevertrouwd aan de Nederlandse tak van de congregatie, omdat het een Nederlands missiegebied was. In Pringséwu werkten de zusters in ziekenverzorging, onderwijs en een tehuis voor weeskinderen. Uitbreidingen op Sumatra volgden met Metro, Tandjung Karang (1937), Baturaja (1948) en Gisting. De zusters werkten in ziekenhuizen, in de wijkverpleging, op scholen en internaten, in een kraamkliniek en ze verzorgden de opleiding van inheemse zusters.

Zusters in de missie, z.j. Bron: KDC, fotonr. 1B16082.In Noord-Brabant hebben de Zusters van Denekamp sinds 1910 één vestiging, namelijk in Acht, het Antoniushuis voor wijkverpleging, verzorging en opvoeding van voogdijkinderen en verzorging en verpleging van ouderen. Tegenwoordig is dat het Woon- en Zorgcentrum Antoniushuis.

Buiten Noord-Brabant heeft de congregatie vooral kloosters in Twente en verder onder andere in Apeldoorn, Coevorden, Den Haag, Renkum en Wijk aan Zee.

Behalve in bakermat Duitsland zijn ze zoals gezegd ook actief in de missie in Indonesië (Zuid-Sumatra), Japan, Tanzania, Amerika en Brazilië.

Foto’s
Zusters Franciscanessen van Denekamp in koorgebed, ca. 1965. Origineel: Oriëntatiecentrum voor Kerkelijke Roeping. Bron: Katholiek Documentatie Centrum, fotonr. 2B01411.
Met kleuters aan het ontbijt, 1965. Bron: Katholiek Documentatie Centrum, fotonr. 2B1414.
Zusters in de missie, z.j. Origineel: Oriëntatiecentrum voor Kerkelijke Roeping. Bron: Katholiek Documentatie Centrum, fotonr. 1B16082.

Bronnen
Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960, lemma Franciscanessen van Denekamp.
Website Zusters van Denekamp.

5

Reacties (5)

Yvon bakker zei op 27 juni 2020 om 19:43 uur

Ik,en m,n broertjes waren enkele weken ,op dit internaat.. niet leuk.. streng geteugeld.ze stopten m.n broertje in ndonkere gang kast,in n trappen huis,het eten was, raar ijzeren thee mokken waar je je mond aan verbrande. In de bere kou op een speel plaats,spelen. Op vrijdag ,werdt je gewassen,twintig kinderen in dezelfde teil,geen douche. Onderbroek moest aanblijven. Herriner me nog een klaslokaal met glazen boeken wand en veel opgezette vogels. En een brede houten trap in de hall. ,nee geen leuke tijd,was blij ,dat we weer naar huis mochten.

Ruud Bekkers zei op 3 november 2020 om 08:08 uur

Mooie foto van 1961 die op de pagina staat met de kinderen aan tafel.
Het was groep de Sijsjes uit 1961 met,
Zuster Justinus, Fons van Schoot, Martin Bekkers, Els Tuasela, Rudy Bekkers met slabbetje ??? Willie Tuasela en Lenie Boelens

p.e.m.els alma zei op 28 februari 2023 om 12:05 uur

hallo allemaal ik heb op het internaat in doesburg en daarna in denekamp gezeten. dit was een mooie tijd. er werd naar je geluisterd.thuis kon dat niet. op het internaat deden we leuke dingen . en haalde je een keer kattenkwaad uit kreeg je meestal een waarschuwing.en de staf viel wel mee. ik moest een keer het schoolplein vegen. en dat hoort bij de opvoeding. ik moest ook een keer met een vriendin de afwas doen. we hadden de grootste schik de zusters hoorde dat wel maar lieten ons met rust .zo heb ik nog veel meer leuke verhalen. ik heb nooit geen heimwee naar huis gehad. voor de sluiting ging ik weer naar huis. daar kon ik niet meer wennen. toen had ik wel heimwee Denekamp en Doesburg dat was mijn thuis ik ben nu 74 jaar en ik zie dat nog steeds zo veel liefs Els Alma

Thijs de LeeuwBHIC zei op 6 maart 2023 om 12:30 uur

Bedankt Els voor het reageren. Wat bijzonder dat deze plek een nieuw thuis voor je is geworden. Vertel nog eens verder als je wilt. Alle verhalen zijn welkom. Waren er nog grote verschillen tussen die twee internaten? Hoe was dat, die eerste dag op kostschool?

Ruud Bekkers zei op 6 maart 2023 om 20:28 uur

Vanaf mijn derde jaar ging ik samen met mijn broer Martin naar het kindertehuis Sint Antonio in Denekamp. Hier begon voor mijn broer en voor mij een heftige tijd. Er bemoeien zich opeens allerlei instanties met ons leven: voor mijn gevoel werd ik onder een vergrootglas geplaatst. We waren opeens kinderen van de staat. Niemands kinderen.
Op mijn dertienjarige leeftijd werd ik over geplaatst naar een jongensinternaat Huize Sint Joseph in Cadier en Keer bij de paters en de broeders. Voor de nonnen die mij hebben opgevoed hoorde omgang met meisjes in elk geval niet bij. Bij de nonnenopvoeding heb ik nooit meegekregen over het aangename van seksualiteit. Het was verboden, er werd nooit overgesproken dat seksualiteit plezier kan inhouden. De laatste maanden van mijn verblijf in Denekamp werd ik continu gepest, geslagen en uitgescholden. Vooral bij ouderen nonnen was ik in de ogen een bedorven kind. De zusters liepen mij straal voorbij, ze bekeken mij niet eens. ‘Duivelskind, riepen ze naar me. Zoiets doe je niet.’ Lichamelijkheid en tederheid werden niet getolereerd, volgens het reglement was het verboden.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.