

Voor bijna alle kinderen op internaat begon de dag rond 06.00 uur ’s ochtends. Vaak werd er na het opstaan eerst gebeden. Zo kan Gerry Daemen, oud-kostschoolleerling bij de Franciscanessen in Veghel van 1955-1959, zich herinneren dat elke ochtend de Angelusbellen klonken, waarop zij het Angelus moesten bidden. In de ochtend douchen was er, zeker in de jaren vijftig en zestig, voor de meeste internen niet bij. Vaak hadden de kinderen wel een waterkan bij hun chambrettes waarmee ze zich konden wassen. Na het bidden en het achter de oren wassen, vertrokken de meeste kinderen naar de kapel voor de dagelijkse ochtendmis. Bij terugkomst was het tijd voor het ontbijt, waarna de schooldag kon beginnen.
Op veel internaten waren er tot aan de jaren zestig zes lesdagen van maandag tot en met zaterdag. Zoals op de foto hieronder te zien is, bestonden de woensdag en zaterdag uit halve dagen. De foto betreft een weekkalender van Ben Boelens die tussen 1959 en 1966 op internaat De Ruwenberg in Sint-Michielsgestel verbleef. Alleen de zondag was een vrije dag waarop uitgeslapen mocht worden. Niet te lang echter, want zoals Engelbert Hendrix ons liet weten in een bericht op de pagina van Onze Lieve Vrouw Ter Duinen in Ossendrecht, moest iedereen nog altijd om 07.00 uur opstaan.

De meeste kinderen waren het van huis uit niet gewend, maar op veel internaten kregen de kinderen om 16.00 uur nog een kleine middagmaaltijd. Deze bestond vaak uit thee met een snee brood. Op verschillende internaten stond deze maaltijd bekend als de kroet of croute. Bij de Franciscanessen in Etten bestond deze maaltijd uit een klontje brood met boter, maar bij de Franciscanessen in Veghel werd bij deze broodmaaltijd juist zoet beleg geserveerd. Ook op andere internaten, zoals Mater Misericordiae in Tilburg, was deze maaltijd bekend had deze een soortgelijke naam. Zo kon Ans Mannaerts zich dit maal herinneren als de crouté.
Na dit middagmaal was het vaak tijd om te studeren in de studiezaal. Op sommige internaten, waar deze maaltijd niet werd geserveerd, was dit direct na school. Er werd vaak één à twee uur gestudeerd voor het avondeten. Net voor of na het avondeten (afhankelijk van het internaat) werd er nog een keer gebeden. Daarna was het voor de meeste leerlingen weer terug de studiezaal in. Op sommige internaten, zoals het Kruisherencollege in Uden, moest je meer studeren naargelang je studieresultaten. Als je slechte resultaten had, zat je de hele avond in de studiezaal.

Na het studeren was er eindelijk wat vrije tijd. Vaak slechts één à twee uurtjes per avond. Op sommige internaten hadden kinderen al vrij vanaf 19.00 uur en op andere pas vanaf 20.00 uur, maar vrijwel overal moesten ze rond 21.00 uur naar bed. Voor het bedtijd was, werd er vaak nog een bezoek gebracht aan de kapel. Op de meeste internaten moesten de leerlingen op de slaapzaal om 21.00 uur stil zijn, maar dit lukte natuurlijk niet altijd. Veel mensen kunnen zich avonden herinneren waarbij er met knuffels werd gegooid en uit ramen werd gehangen om te kunnen kletsten. Ellen Remmen, leerling van internaat Koningshof in Veldhoven in de periode 1964-1968, kan zich herinneren dat ze wel om 21.00 uur naar boven moesten, maar pas een half uur later de lichten uit moesten doen.

De ene persoon had het makkelijker met de vaste dagindeling op het internaat dan de ander. Voor sommige leerlingen zorgde het strakke ritme ervoor dat ze geen tijd hadden om zich te vervelen of om heimwee te hebben. Anderen zagen het als een straf zonder einde en konden geen rust vinden tussen alle verplichtingen door.
Heb jij ook op kostschool gezeten en komt het beschreven dagritme je bekend voor? Of zagen jouw dagen er juist geheel anders uit? Laat het ons dan weten! We zijn altijd benieuwd naar ervaringen van oud-kostschoolleerlingen.
Reactie toevoegen