
Ze was wat verrast, maar ik zag ook berusting. Het was goed. Twee dagen later, met een hand en een mooie brief van broeder William, een omhelzing van mijn vrienden die ik waarschijnlijk nooit meer zou zien, loste ik een oude belofte aan mezelf in. Ik bond de koffer met mijn bezittingen achterop mijn brommer en met een hoofd vol emoties reed ik de lange weg naar huis.
Thuis! Dat was wennen. Een klein kamertje waar ik verder zou studeren voor de hoofdakte. Acht jaren grote ruimtes gewend. Opeens mister nobody: niemand kent je verleden, sportheld af, weg alle vrienden en bekenden, of je geëmigreerd bent. In Bergen heb ik de hoofdakte gehaald en in de avonden, op de VU, akte Nederlands MO-A. Na enkele jaren ben ik getrouwd, nu dik 50 jaar, met het buurmeisje dat ik kende van de kleuterschool. Elf jaar in het dorp ben ik onderwijzer geweest en 32 jaar directeur van de basisschool. Onze tweeling, zoon en dochter, zijn alweer 49. Altijd heb ik contact gehouden met Peter Sweering en een jaar of wat terug hebben we samen twee keer een reünie georganiseerd in het noviciaat, nu hotel De Reiskoffer in Bosschenhoofd. Vele herinneringen zijn daar gedeeld. Samen trokken we naar Oudenbosch waar Cees van Dam, die als laatste is gebleven, ons rondleidde.
Het is juli 2025. Mijn dochter wil de plaatsen zien waar ik 8 jaar van mijn jeugd doorbracht. Samen rijden we naar Oudenbosch en Bosschenhoofd. Samen lopen we over de Markt, naar Saint Louis, naar de basiliek, het gebouw en de vijver van het juvenaat. Het maakt een vervallen indruk. De toren is weg, de school, de kapel, de fietsenstalling, een stuk van het groot juvenaat. Ik vertel over van alles en nog wat, maar er zijn geen juiste woorden om de werkelijkheid en het gevoel van die jaren te beschrijven. Ook in dit verhaal niet.
Misselijk word ik als ik de verhalen lees over misbruik in de kerk, ook in Oudenbosch. Op het juvenaat is daar bij mijn weten nooit sprake van geweest. Respect voor de broeders aan wie ik zoveel ook te danken heb gehad.
Reactie toevoegen