

Zowel Geert als Dries kwamen naar het internaat omdat dit, net als studeren, traditie was in hun familie. Geert zou in eerste instantie naar de jezuïten in Zeist gaan, maar verknalde zijn toelatingsexamen omdat hij tijdens de toets een blindedarmontsteking kreeg. Het toelatingsexamen in Uden haalde hij wel. Ook voor Dries Verdenius was het College van het Heilig Kruis niet de eerste keuze. Hij kwam er terecht nadat hij van het Stedelijk Gymnasium in Nijmegen af was gegooid. Ondanks dat Uden niet hun eerste keuze was, beleefden Geert en Dries bij de kruisheren wel een goede tijd.
Goed onderwijs
De school stond in principe los van het internaat, maar ook deze werd gerund door de kruisheren. Het onderwijs was volgens beide mannen erg goed. Vader Verdenius was gecommitteerde bij eindexamens en wist welke internaten goed aangeschreven stonden. Dit was bij het internaat in Uden het geval. Bovendien lagen de kosten lager dan bij andere goed aangeschreven internaten: 1400 gulden op jaarbasis. Daar kwamen soms nog kortingen bij voor kinderen uit minder welgestelde families. Dit maakte dat kinderen van professoren en doctoren in de klas kwamen bij kinderen van arbeiders en boeren.

Menselijke paters
Volgens Geert Gunneweg was het een buitengewoon menselijke en betrokken opleiding. 'De kruisheren deden echt met je mee', vertelt hij. De leraren kwamen ’s avonds ook langs op het internaat. 'Niet omdat ze moesten surveilleren, maar om dat sombere klooster te ontvluchten. Dan waren ze weer tussen de jongens. En dat ging heel gemoedelijk. Dan stelden ze zich helemaal niet op als leraren of als pater, nee, dat konden ze goed hoor die paters', herinnert hij zich.
Een bijzonderheid is dat Geert zelfs een keer met Pater De Wildt een paar weken op vakantie ging in Frankrijk. Daar bezocht De Wildt elk jaar verschillende pastorieën en kloosters waar hij in de loop der jaren pastoors en kloosterlingen had leren kennen. Daar was hij dan verzekerd van een gratis avondmaal en onderdak. Geert kan zich niet herinneren of hij zelf had gevraagd of hij mee mocht, of dat dit hem gevraagd werd, maar hij vond het ontzettend leuk. 'Mijn ouders vonden het goed en we vertrokken voor drie weken naar Frankrijk, ik op mijn racefiets met twee grote tassen en hij op zijn damesfiets', vertelt hij, 'Dat was echt een geweldige ervaring. Geen centje pijn. Samen in een heel klein tentje als er geen onderdak was en hij brevieren en ik snurken.'

Veranderingen eind jaren zestig
De Orde van Kruisheren was niet de meest orthodoxe religieuze gemeenschap, maar hanteerde anno 1968 nog altijd veel regels die al lang bestonden. Zo bleven de verplichte studie-uren intact en mochten leerlingen niet zomaar Uden in. Dries werd in 1968 van het internaat gestuurd omdat zijn studieresultaten tegenvielen en hij te veel regels had overtreden. Zo ontdekten de paters dat hij een brommer had in het dorp en dat mocht absoluut niet.

Eind jaren zestig brak echter een 'rebelse tijd aan' en veranderde het internaat in hoog tempo. 'Toen ik in 1969 op bezoek kwam, was het internaat onherkenbaar door matrassen en blowende oud-klasgenoten en dergelijke. Dat ging allemaal heel snel', vertelt Dries. Geert zat in 1969 nog op het internaat. Over dat jaar herinnert zij zich: 'Op een goed ogenblik waren die surveillanten een beetje achter de horizon verdwenen. In termen van optreden en sanctioneren en dat soort dingen. Ze lieten ons maar een beetje begaan.'
Toen Geert in 1963 naar het internaat kwam, deed hij dat nog met de wens om missionaris te worden. Maar in 1969 was van die wens niets meer over. 'Het katholieke geloof was denk ik een schim van zichzelf geworden', legt hij uit, 'en ik denk dat de hele religieuze bovenwereld geen gezag meer had. Geen geloofsgezag, geen overtuigingskracht meer. In ieder geval bij ons niet.' Mede daarom werd hij aan het einde van het schooljaar door zijn vader van het internaat gehaald. Die vond het maar een losgeslagen bende. 'Hij zag met lede ogen dat het daar steeds losser en vrijzinniger werd.' Geert heeft zijn opleiding op de school vervolgens nog wel afgemaakt en zijn eindexamen gehaald, maar dan als externe leerling.
In dezelfde periode was ondertussen sprake van een sterk dalend aantal nieuwe leerlingen, tot op het punt dat het internaat in 1970 de deuren moest sluiten. In het hele land nam het aantal roepingen en daarmee ook de interesse in priesteropleidingen (die altijd intern moesten worden gevolgd) af.
Heb jij nog op school gezeten bij de kruisheren in Uden? Laat het ons weten met een mail naar info@bhic.nl of laat hieronder een bericht achter. Wij zijn altijd op zoek naar meer kostschoolervaringen.
Reactie toevoegen