Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Paters & Nonnen

De officiële ordenaam, 'Orde van Reguliere geestelijken, Dienaren der zieken', geeft precies aan waar het in de kern bij de Camillianen om gaat: dienstbaarheid aan de zieke. Het is immers Christus zelf die in de zieken aanwezig is (zie Matteus 25:36, "ik was ziek en je hebt me bezocht").

De H. Camillus de Lellis in het habijt van zijn  orde. Bron: WikipediaWeliswaar staat de lichamelijke verzorging van de zieke op de eerste plaats, maar die kan niet gegeven worden zonder aandacht en liefde voor de patiënt. De stichter en naamgever van de orde, Camillus de Lellis (1550-1614), voerde niet voor niets de slagzin: “meer hart in deze handen, broeders en zusters”, ofwel “doe je werk vooral met liefde”.

Het is ook precies de reden waarom dit soort kloostergemeenschappen zich tegenwoordig ernstig zorgen maken over de verzakelijking van de zorg met “te veel nadruk op wat meetbaar is”. Daar zetten ze de H. Camillus tegenover, die op het eind van zijn leven, in 1614, een handleiding schreef voor een gedegen en christelijke ziekenverzorging met als basisregel dat de zorg moest zijn als die van een moeder die haar zoon verzorgt.

Camillus stichtte in 1584 zijn ‘Compagnie van de dienaren van de zieken’, die in 1591 door paus Gregorius XIV tot orde werd verheven. De paters kregen toestemming een rood kruis op hun zwarte habijt (een wit habijt in de tropen) te dragen.

De Camillianen kwamen in 1882 voor het eerst in Nederland, in Roermond. De paters weken uit voor de antiklerikale politiek in respectievelijk Duitsland (de zogenaamde Kulturkampf) en Frankrijk. In Roermond kwam in 1885 een nieuw klooster met een ziekenhuis tot stand, in Vaals opende twee jaar later, in 1897, het seminarie Aan de Esch.

In 1919 keerden de Duitse en Franse Camillianen weer terug naar hun land, maar in 1926 kwamen ze weer in Roermond terug. Vandaaruit stichtten ze kloosters in Duitsland, Oostenrijk, Polen, Denemarken en de Verenigde Staten.

Eind zestiger jaren waren er ruim 30 Nederlandse Camillianen. Omdat het moeilijk was om werk te vinden binnen de gezondheidszorg, vertrok een aantal van hen naar Tanzania en naar het bisdom Aken en later ook naar Zuid Amerika. In 1978 werd er in ’s-Hertogenbosch een nieuwe communiteit geopend, waarvan twee paters gingen werken in een ziekenhuis en een in een verpleegtehuis.

Door het afnemende aantal leden moesten achtereenvolgens de communiteiten in Vaals en in ‘s-Hertogenbosch worden opgeheven. Op 5 mei 2006 werden de Duitse en Nederlandse provincies van de Camillianen kerkrechtelijk samengevoegd.

De H. Camillus de Lellis. Bron: WikimediaZo bleef het enige klooster van de Camilianen in Noord-Brabant dat te ’s-Hertogenbosch (klooster paters Camillianen). Buiten de provincie zaten ze zoals gezegd in Roermond en Vaals.

De orde van de Camillianen telde anno 2014 wereldwijd meer dan 1.200 leden, maar de groep Nederlanders is klein: elf mensen, werkzaam op drie continenten (in Nederland, Tanzania en Colombia). Daar werken ze net als alle andere Camillianen als verpleegkundige, manager in de gezondheidszorg, arts of pastor en altijd in dienst van de zieken.

De officiële naam van de orde is Ordo Clericorum Regularium Ministrantium Infirmis kortweg Orde van de Camillianen.

Foto’s
Camillius de’Lellis (1550-1614). Bron: Wikimedia.
Groep Nederlandse Camillianen, jaren ’60. Bron: Website Camillianen.
Camillius de’Lellis (1550-1614). Bron: Wikipedia.

Bronnen:
Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Website Camillianen 
Website KRO 

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.