Schooljaar 1970-1971
Pater Martien van Dijk was onze groepsleider. Aardige kerel. 's Avonds keek hij toe hoe wij een paar uurtjes 'studeerden' en maakte daarna zijn rondje over de slaapzaal. Om half tien moesten we in bed liggen. Op een keertje nam hij mijn zelfgebouwde radio in beslag. Een Philips EE-bouwpakket. "Slapen moet je!"
Ontgroend werd ik door enkele kwalletjes van een hogere groep. Soppen in de vieze spoelbak van het groepslokaal. Een van 'die flinke kerels' heeft er wel zere tenen aan overgehouden nadat ik daar flink op trapte.
Iedere interne van de laagste groepen had een eigen chambretje: een hokje van triplex, ongeveer anderhalf bij twee meter was het, voorzien van een gordijntje met daarin een bed en een kast. Je kon er onderdoor kijken. Dat was natuurlijk handig voor de poetsdames. De chambretjes op de slaapzaal waren niet brandveilig. Ze werden dan ook gauw opgeruimd nadat in België een internaat afbrandde.
De meeste tijd bracht ik in de weekenden door in de hobby-kelder bij Pater Bekker. Dat was heel leuk. Hij leerde mij onder andere solderen, emailleren en houtbewerken. Af en toe kregen we er 'les' van Frater Bernulfo; elektrotechniek. Ik was een van de weinigen die daar vertoefde. De meesten gingen sporten of hadden een eigen hobbyhokje in een van de voormalige pianoleslokaaltjes, ook in de kelder. Zo ook Kareltje en Hans, de vuurwerkmakers.
Frater Bernulfo gaf ook wiskunde en natuurkunde les op de MAVO. Hij was een rekenwonder en daar was hij maar al te trots op. Aan het einde van de les vroeg hij: "Heeft iemand nog vragen?" Als je dan je vinger opstak zei hij met de shag-buil in de hand: "Te laat!"
Snel de fiets uit het rek en naar de soep met boterham in de eetzaal van het internaat aan de Vlierdenseweg. Mijn lagere schoolvriendjes gingen de andere kant op richting Helenaveen.
De donkere fietsenkelder was gelegen onder de postkamer van het internaat, nabij het betegelde pleintje van de keuken. Overdag volgde ik de MAVO aan de Pastoor Jacobsstraat in Deurne. Een houten noodgebouw, een wrak rijp voor de sloop, ongeveer twee kilometer van het internaat midden in Deurne.
Af en toe stond er ’s morgens als we met de fiets vertrokken een oude koe aan de ketting naast de toegang tot de keuken van het internaat. Als we rond vier uur in de middag terug kwamen van school lagen er op die plek een hoop ingewanden. Dat zag er niet echt aantrekkelijk uit. De restanten werden verbrand in een stenen schuurtje in de tuin. De koe was geslacht door een broeder. “Vanavond eten we frikadellen van de slager-broeder, met friet en appelmoes” Als ik me niet vergis had de slager de bijnaam ‘Broeder Varken’.
In de zomer werden we in enkele weekenden als plukker ingezet bij een aardbeienboer in Boekel. Dat was volgens mij een familielid van pater Martien. Met het volkswagenbusje van het Internaat gingen we daarheen. Pater Martien was de chauffeur. Ik neem aan dat we er wel een kleine vergoeding voor gehad hebben. Enkele dubbeltjes misschien. Dat weet ik echter niet meer.
Om de twee weken mochten we een weekendje naar huis. Samen met mijn oudere broer van groep 3 op de fiets naar Helenaveen. Ik ging echter stiekem vaker naar huis want ik miste het thuiszijn en mijn vriendjes. Op een zondag werd ik echter betrapt. "Als je zo graag naar huis wil dan doe je dat maar", zei een van de paters.
Daarna heb ik eens een spotprent gemaakt voor het gestencilde internaatkrantje. Ik had het gebouw getekend als streekgevangenis, compleet met ophangpaal en skeletten. De paters noemden het 'Een impressie van een van de nieuwkomers’. Ze konden er toch wel mee lachen.
Na het eerste jaar mocht ik het internaat gelukkig verlaten en fietste elke dag met veel plezier door de mooie Peel via Griendtsveen langs de Helenavaart naar Helenaveen, dertig kilometer per dag. Heerlijk!
Foto's van de sportdag op Sint Willibrord in 1971 (persoonlijke verzameling André Vervuurt)
Reactie toevoegen