

Ik was echter nog nooit één nacht van huis geweest en angstvallig verwijderd gehouden van alles wat mijn “onschuld” zou hebben kunnen bezoedelen. Als kind zonder enige ervaring in de grote mensenwereld werd ik op een donkere septemberdag op de trein naar Breda gezet, alwaar een bus klaarstond om me naar Zundert te brengen. Hier ontmoette ik een woongemeenschap welke mij volkomen vreemd was. Ik kende niemand, sprak nauwelijks beschaafd Nederlands en wist absoluut niet hoe ik me moest gedragen.
Over de twee jaren van mijn verblijf op Wernhoutsburg kan ik veel vertellen. In dit bestek beperk ik me tot een korte sfeerimpressie. Het seminarie was een internaat naar Frans regime. Zo’n 130 jongemannen, vaak uit gegoede families en met in ieder geval een goede studiebasis, volgden hier de gymnasiale opleiding als voorbereiding op het priesterschap. De dagindeling is streng. ’s-Morgens om half zeven opstaan, om zeven uur in de kapel voor de Mis, waarna ontbijt.

Alle verplaatsingen gaan in rijen van twee zonder te spreken. Dagelijks wordt er les gegeven van negen uur ’s-morgens tot vijf uur ’s-avonds. Op woensdag- en zaterdagmiddag is het verplicht sporten. De avonden worden doorgebracht in de studiezaal, waar constant wordt gesurveilleerd. Op zon- en feestdagen is de reveille iets later. Ook dan behoort studie tot de bezigheden.
Dagelijks wordt tijdens de maaltijden door een oudere student voorgelezen. Deels zijn dit Latijnse teksten, maar ook wordt steeds een hoofdstuk uit een literair werk behandeld. Dit kan zowel in het Nederlands als in een van de drie moderne talen zijn. Leesfouten worden, na een belletje van de Eerwaarde Overste, door deze gecorrigeerd.

Publieke executie is overigens een normale zaak binnen deze gemeenschap. Eén keer in de maand worden op zondagmiddag in de studiezaal de vorderingen in studie en gedrag van alle studenten in het openbaar besproken. Wanneer de Overste het nodig oordeelt correctieve opmerkingen te plaatsen, wordt de betreffende student gesommeerd te gaan staan en worden ten aanhoren van de verzamelde gemeenschap de feilen en misdragingen voorgelezen. Het is een soort openbare biecht waarbij iemand anders vertelt wat je hebt misdaan. Een grotere vernedering bestaat er niet. Een weerwoord is niet toegestaan. Tijdens een van deze sessies wordt mij, terwijl ik moet gaan staan, medegedeeld, dat het verboden is om steeds met dezelfde medeleerling om te gaan. Ook de naam van de betrokken medestudent wordt genoemd! De zin van deze opmerking ontgaat mij (op dat moment) volledig!
Het bovenstaande is slechts een summiere beschrijving van hetgeen deze samenleving inhield. Elke “professor” voerde tijdens de lessen ook nog zijn eigen regime. Het gaat te ver om daar in dit kader op in te gaan. Eén ding is zeker: ik heb hier een zelfredzaamheid ontwikkeld welke me mijn leven lang van dienst is geweest! Ik had het voor geen goud willen missen!
Reactie toevoegen