

Het was een van de buitenwereld afgeschermde omgeving, waarin je opgroeide. Wat er in het klooster gebeurde en in de daarachter gelegen tuin, werd door hoge muren aan het zicht onttrokken. Je sliep op de zolder, in een van de vele chambrettes - kleine, vaak door een gordijn afgeschermde hokken waar je over een bed, klerenkastje en misschien een eigen wasbak beschikte.
Ex-internen herinneringen zich bijvoorbeeld nog hoe nieuwelingen een 'engelbewaarder' toegewezen kregen. Dat was een ouderejaars die hen wegwijs maakte in het enorme gebouw, de slaapzaal en de refter toonde en hielp om alle huisregels in de oren te knopen. Ook herinneren zij zich de gesloten cultuur van de kostschool. Vakanties waren kort, bijvoorbeeld één vrije week met Kerstmis en twee met Pasen. Contact met ouders en andere familie werd ondertussen tot een minimum beperkt. Buiten de vakanties was er ieder trimester slechts één bezoekdag. Zo werd gewaakt voor de saamhorigheid van de internaatsgemeenschap.
Die regulering ging nog een stap verder. Ouders kregen aanwijzingen van de kostschoolleiding hoe de leerlingen op godsdienstig en zedelijk verantwoorde wijze hun schaarse verlof konden doorbrengen. Klusjes doen bijvoorbeeld. Ook de natuur in mocht, mits onder begeleiding. Zoiets als gemengd zwemmen was natuurlijk helemaal uit den boze. In hun 'schriftelijke vakantiewenken' waren de broeders daar heel duidelijk over.
Eind jaren zestig, toen met de Mammoetwet het volledige onderwijslandschap van aanzicht veranderde, werd de Apostolische School omgevormd tot een scholengemeenschap van mavo, havo, atheneum en gymnasium.


Heb jij nog op kostschool gezeten bij de paters? Reageer dan hieronder, deel je herinneringen en vul deze pagina aan! Of heb je nog foto's van dit internaat? Stuur ze naar info@bhic.nl. Wij voegen ze dan hier toe.
Reactie toevoegen