Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Klooster van de H. Vincentius á Paulo, later Ten Bijgaerde in Oisterwijk

Kloosters

Op initiatief van pastoor H. van Beugen brachten in het laatste kwart van de negentiende eeuw parochianen en armbestuur geld bijeen voor de bouw van een gasthuis voor arme mannen en vrouwen. De pastoor vulde het tekort uit eigen middelen aan. Het huis werd aan de rand van het dorp gebouwd door H. Willems.

R.K. Gasthuis en klooster Sint-Vincentius á Paulo, 1927. Foto: Regionaal Archief Tilburg, fotonr. 057616

R.K. Gasthuis en klooster Sint-Vincentius á Paulo, 1927. Foto: Regionaal Archief Tilburg, fotonr. 057616.

De Franciscanessen van Veghel betrokken het klooster Udenhoutseweg 12 op 28 mei 1877. De neogotische kapel kwam in 1885 tot stand, terwijl het gasthuis in 1893 werd uitgebreid met een gebouw voor de verpleging van tbc-patiënten. De patiënten lagen ook wel buiten, op het terrein ten zuiden van de huidige Wolvensteeg. De naam van het volkstuinencomplex De Lighallen herinnert daar nog aan. In 1920 werd het klooster vernieuwd.

Het oude gasthuis is tussen 1965 en 1967 gesloopt en vervangen door huize Ten Bijgaerde van Jan de Jong uit Schaijk. Dat werd op 27 mei 1970 in gebruik genomen. De zusters bleven in dit bejaardenhuis werken tot de opheffing van hun klooster op 15 augustus 1985.

De nieuwbouw van een zorgcentrum aan de Vloeiweg startte in 1995, Ten Bijgaerde werd gesloopt. De muur en een kapelletje zijn in het nieuwe woningbouwplan achter de Gasthuisstraat bewaard gebleven.

Het oude liefdegesticht was een tweelaags bakstenen huis met een U-vormige plattegrond. Het voorplein lag aan de straatzijde. De vleugels sprongen naar voren. Tegen de linker voorbouw aan de voorhof was een serre gebouwd. Op het dak van de middenbouw stond een klokkentorentje.

Oisterwijk, Ten Bijgaerde, 1988. Foto: BHIC, fortonr. PNB001048243Het gebouw Ten Bijgaerde was typerend voor de strenge stijl van Jan de Jong: een nadrukkelijke, persoonlijke variant van de opvattingen van de Bossche School. Het huis had een L-vormige plattegrond en een duidelijke opbouw in drie bouwlagen, waarvan de bovenste door de vele ramen de indruk van een open galerij maakte. Op de begane grond waren de ramen tot op het maaiveld doorgevoerd. De ingang werd door een luifel geaccentueerd en de donkere dakrand benadrukte de eenvoud van het gebouw. Er was een tuin rondom het huis.

Bron: Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.