
Ze lagen naast het huis van dominee Rooyaards, niet ver van de kerk en de pastorie. Hoewel de dominee zijn huis niet aan katholieken wilde verkopen kreeg de pastoor het via ‘handlanger’ Paanakker uit Leiden toch in bezit. Het huis werd ingericht tot fraterhuis. Toen de fraters het huis betrokken, troffen ze een tekst aan die de woedende dominee op de muur had geschreven: dolo malo fraudisve ope accepisti [je hebt het door een vuige list en met behulp van bedrog gekregen]. Het kloostertje werd 14 mei 1899 ingewijd door pater Leo Drabbe.
Ondertussen was er een nieuwe school gebouwd en was het huis opgeknapt, zeer waarschijnlijk door A.G.M. de Beer. In 1922 ontwierp L. Schoonenberg een forse uitbreiding. De kleine neogotische kapel in de tuin is in 1948 vergroot. Toen het huis te klein werd, ontwierpen H.W. Valk en het bureau Van de Biggelaar, Van Esch en Visser uit Oisterwijk plannen voor een groter fraterhuis. Deze kwamen door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog niet tot uitvoering.
De oorlogsschade uit 1944 viel mee en men herstelde het huis. De fraters hebben vanuit dit klooster altijd onderwijs gegeven, na verloop van tijd zelfs in vier scholen. De communiteit is in 1966 opgeheven. Alle gebouwen zijn uiteindelijk gesloopt, er staan nu woningen. Beide foto's dateren uit 1988.
Het eenlaagse bakstenen huis had een afgeplat dak met twee dakkapellen. In de topgevel stond in een nis onder baldakijn een beeld van Sint Jozef. Architect Schoonenberg plaatste een verdieping in dezelfde stijl en maakte erachter een rechthoekige aanbouw van twee bouwlagen onder plat dak met schilden. Aan de straatzijde stoeppaaltjes met kettingen.
Bron: Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Reactie toevoegen