De kerktoren van Steensel, die van het einde van de veertiende eeuw dateert, is wel erg groot voor een dorp dat in de Middeleeuwen slechts enkele tientallen huizen telde.
Is de toren misschien gebouwd kunnen worden dankzij de opbrengst van de giften van de vele pelgrims?
Nadat de kerk in 1648 protestants was geworden, ging het beeld van de H. Lucia, dat altijd in de kerk had gestaan, naar de schuurkerk van het dorp. De bedevaarten gingen gewoon door.
Aanvankelijk werd Lucia aangeroepen tegen ziektes van het vee, maar later werd ze beschermster tegen ‘de rode loop’, een vorm van dysenterie die regelmatig toesloeg in de achttiende eeuw.
In 1798 kregen de katholieken hun kerk terug, maar het duurde tot 1821 vooraleer ze hun vervallen godshuis weer in gebruik konden nemen. Pas in 1933 werd begonnen met de bouw van een nieuwe kerk, een stukje van de oude vandaan. Die werd afgebroken; alleen de grote toren bleef staan. Het beeldje van de H. Lucia uit 1520 kreeg uiteraard ook een plaats in de nieuwe kerk.
Op de foto hieronder zien we een van de pastoors van de Luciakerk uit de jaren van het rijke roomse leven. Pastoor J.G.M. (Jos) Verbunt (1894-1971) werd in 1944 ingehaald in de parochie. Uit de Piusalmanak blijkt dat hij midden jaren vijftig 829 katholieke inwoners in Steensel bediende. In 1964 werd Verbunt opgevolgd door pastoor A.J.P. Damen.
Reageer hieronder en deel jouw herinneringen aan de kerk, de parochie en de geestelijken van toen!
Foto's
De Luciakerk (bron: BHIC, coll. Provincie Noord-Brabant, 1981)
De oude toren (foto: © M. Veekens, 2009)
Pastoor J.G.M. Verbunt (bron: coll. Katholiek Documentatie Centrum, nr. 2a14957)
Reactie toevoegen