Vanaf 1833 was de kapel parochiekerk en werd vergroot, maar in 1848 nam de jonge parochie aan de overkant een nieuwe kerk in gebruik. De kapel kreeg toen weer zijn oorspronkelijke omvang.
Ondanks zware beschadigingen opgelopen tijdens de Tweede Wereldoorlog is de kerk in Zegge een fraai voorbeeld van een neogotische kerk die van binnen en van buiten goed bewaard is gebleven en die daarom de status van rijksmonument heeft. Ook als bedevaartsoord heeft Zegge niet afgedaan. Tot zover “de stenen”. De bezieling van een parochie moet natuurlijk komen van de pastoor en zijn kapelaans. Je zou het tegenwoordig niet meer zeggen, maar vroeger had mijnheer pastoor veel te vertellen in zijn parochie. Daarover gaan veel verhalen in het rond. Welke herinneringen leven er nog aan de pastoor of de kapelaans van de Mariakerk? Denk bijvoorbeeld aan pastoor Van Mierlo, die in de jaren vijftig en zestig de heilige missen verzorgde. Hieronder zien Van Mierlo op de foto met prins Bernhard in 1955, een jaar nadat deze pastoor in Zegge aan de slag was gegaan. |
Foto: collectie Provincie Noord-Brabant |
Pastoor Van Mierlo tijdens een bijzondere gelegenheid in Rucphen, Industriestraat, in 1955: op de rijkswerkplaats maakt prins Bernhard kennis met de plaatselijke geestelijken. Hij schudt de hand van pastoor A. van Mierlo van Zegge. Diens broer, pastoor L. van Mierlo van Sprundel en M. Huijbregts, aalmoezenier van de Arbeid in de gemeente Rucphen, en links staand, burgemeester Piet Alberts, kijken aandachtig toe. (West-Brabants Archief, RAW014043294, Persfotobureau `t Sticht, Utrecht) Wat weet jij nog van Van Mierlo en de andere zielzorgers uit het Zegge van toen? Deel je verhalen met ons hieronder. We zijn benieuwd! |
Reactie toevoegen