De H. Johannes’ Onthoofdingskerk in Nuland

Jan Brouwers

vertelde op 2 februari 2015 om 15:25 uur

Het overlijden, in 1377, van de pastoor van Nuland is het eerste geschreven ‘levensteken’ van de parochie. Al eerder, in de twaalfde eeuw, stond er een kerk, maar het is niet duidelijk of Nuland toen al een zelfstandige parochie was.

In 1635 kwam de kerk in handen van de protestanten. Pas in 1846 kregen de katholieken de gelegenheid haar terug te kopen, maar ze lag aan het Heeseind in de polder. Daar was in die tijd vaak wateroverlast en het gebouw had daarvan veel te lijden gehad. Omdat er geen zicht was op verbetering van de dijken, besloten de katholieken verder naar het zuiden, op hogere grond, een nieuwe kerk te bouwen. Daardoor werd ook de dorpskern ruim ’n halve kilometer verplaatst.

Het huidige kerkgebouw is in het licht van deze vele eeuwen een nieuwkomer: omdat de kerk uit 1859 tijdens de bevrijdingsmaanden van 1944 grotendeels was verwoest, kreeg het dorp een nieuwe. In 1951 vond de inwijding plaats.

Optocht ter gelegenheid van de inwijding van de kerk, 1951 (foto: BHIC, Collectie Fotopersbureau Het Zuiden)

In 2006 werd na grondig archeologisch onderzoek op de plaats van de voormalige ‘polderkerk’ een altaar geplaatst. Ook kwamen de omtrekken van het gebouw in het zicht.

Op de foto hiernaast staat pastoor H.F.M. Goossens, met hoed en sigaar, tijdens de viering van zijn zilveren pastoorsjubileum. Als parochiaan van toen zul je hem nog wel herkennen uit de jaren vijftig of zestig. Pastoor Goossens kreeg destijds hulp van kapelaan P.B.M. Kruse.

Pastoor Goossens, 1959 (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden, bron: collectie BHIC, id.nr. 1657-000204)

Pastoor Goossens (foto: Fotopersbureau het Zuiden)

Pastoor Goossens (uiterst rechts) tijdens het welkomstontvangst voor de nieuwe pastoor van Geffen, Johannes v.d. Pas, op 23 februari 1953. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden, bron: collectie BHIC, id.nr. 1636-000011)